Twee Oost-Baltische Hondsrug-keilemen. Is er sprake van een koppeling?
Rode Oost-Baltische keileem en zwerfstenen in groeve De Boer bij Emmerschans (Dr.)
De laatste 2,58 miljoen was het een komen en gaan van ijstijden. We noemen deze periode het Pleistoceen ofwel het IJstijdvak. Duurden ijstijden in de eerste helft van het Pleistoceen gemiddeld zo’n 40.000 jaar, in de tweede helft duurden ze meer dan tweemaal zo lang, zo tegen de 100.000 jaar. De laatste keer dat ons land kennis maakte met Scandinavisch landijs was tijdens het Saalien, zo’n 175.000 jaar geleden.
Voor zover bekend, was de ijsbedekking in ons land een eenmalige gebeurtenis. Tijdens het Drenthe-stadium, zo’n 175.000 jaar geleden, drong het landijs ons land binnen. In eerste instantie kwam het ijs uit het NNO, later was dit meer NO-ZW gericht. In deze fase bereikte het landijs zijn maximale zuidgrens in Midden-Nederland. De laatste fase in de vergletsjering kondigde tegelijk ook het einde aan van de ijsbedekking in ons land. Uit het Noordzeegebied kwam een NNW-ZZO gerichte ijsstroom op gang, die via Groningen, Oost-Drenthe en het oosten van Overijssel doorschoof tot in het Bekken van Münster in Duitsland. Tijdens de vergletsjering in het Drenthe-stadium stagneerde de aanvoer van ijs voor korte tijd een aantal malen. Terreinvormen die hier het gevolg van waren, zijn op verschillende plaatsen in Noord-Nederland nog zichtbaar.
Het Drenthe stadium in de Saale-ijstijd was nog maar net begonnen toen de aanvoer van Scandinavische landijs een tijdlang in Noordoost-Nederland stagneerde. De ijsrand lag tot aan de rode stippelijn. De ondergrond werd hierbij ijstektonisch gestuwd, waardoor in Oost-Drenthe en Oostelijk Groningen een geaccidenteerd landschap ontstond.
In fase 2 activeerde het landijs weer en schoof met een paar onderbrekingen uiteindelijk door tot halverwege Nederland. Daar bereikte het landijs uiteindelijk zijn zuidgrens.
In fase 3 bewoog een ijsrivier vanuit het Noordzee-gebied in ZZO-richting over Oost-Drenthe, Oost-Overijssel tot in het Bekken van Münster. Het bestaande geaccidenteerde landschap uit fase 1 werd hierbij overreden en afgekopt. Door de dynamiek van het relatief snelbewegende ijs ontstond het landschap van het Hondsrug-gebied.
Keileem
De ijsbedekking heeft in Noord-Nederland een 1-5 meter dikke laag gletsjerpuin achtergelaten. Deze grondmorene bestaat uit een chaotisch mengsel van klei, silt, zand en stenen, en wordt keileem genoemd. Keileem is de bron van de miljarden kleine en grote stenen die in de noordelijke helft van ons land in en op de bodem voorkomen.
Lange tijd kwam het landijs uit het noordoosten. Tegen het einde van het Saalien werd ijs uit een andere richting aangevoerd. Uit het Noordzeegebied kwam een NNW-ZZO gerichte ijsstroom op gang met een breedte van enige tientallen kilometers,. Het morene-materiaal dat door de ijsstroom werd meegevoerd kwam uit een ander deel van Scandinavië. Op de ondergrond werd keileem afgezet met een Oost-Baltisch samenstelling. De zwerfstenen erin worden gedomineerd door roodachtige rapakivi-granieten. De meeste zijn afkomstig van de Aland-eilanden en het zuidelijk daarvan gelegen rapakivi-gebied van Kökar. Verder komen in dit gezelschap graniet-soorten voor uit de Botnische Golf, Noord-Zweden en Zweeds Lapland. Norrland-granieten uit dit laatste gebied komen in Oost-Drenthe vrij algemeen voor.
Grijze Oost-Baltische keileem op gestuwde zandafzettingen uit het Elsterien - Annen (Dr.)
Op de ruggen van het Hondsrug-complex is door de Hondsrug-ijsstroom een wisselend dikke laag keileem afgezet. De overgang van grijze Oost-Baltische keileem naar gestuwde ondergrond verloopt messcherp. Op deze locatie ontbreekt rode Oost-Baltische keileem.
Zwerfsteenrijkdom uit verweerde en ontkalkte rode Oost-Baltische keileem - Bronneger/Borger (Dr.)
Aland-rapakivi - Zwerfsteen van Gieten (Dr.)
Aland-rapakivi - Zwerfsteen van Gieten (Dr.)
Aland-rapakivi, breukvlak - Zwerfsteen van Groningen
Grijze Revsund-graniet - Zwerfsteen van Noordbroek (Gr.)
Norrland-graniet - Zwerfsteen van Borger (Dr.)
Porfierische Lina-graniet - Zwerfsteen van het Hoge Veld, Bunne, Norg (Dr.)
Zuidelijker in het Oostzee-gebied, ter hoogte van Estland en Letland, werden uit Paleozoïsche afzettingen op de Oostzeebodem kalkstenen losgebroken en door het ijs opgenomen. De kalkstenen zijn van Ordovicische en Silurische ouderdom; ze bevatten veel fossielen. Zwerfstenen van kalksteen komen op een paar plaatsen In het Hondsrug-gebied in grote aantallen in de keileem voor. Tussen Groningen en Haren op de noordelijke Hondsrug maken kalkzwerfstenen niet zelden zo’n 70% van het totale aantal zwerfstenen uit.
Rode Oost-Baltische keileem Haren (Gr.)
Dit keileemtype bevat zeer veel Ordovicische en Silurische, fossielrijke kalkzwerfstenen. Ook zijn talrijke Devonische dolomietische kalkstenen aanwezig. De kalkstenen zijn afkomstig uit de omgeving van de Estische eilanden Saarema, Hiuumaa en Vormsi en omringende Oostzee-bodem.
Kalksteenrijke, zeer zandige rode Oost-Baltische keileem - Gieten (Dr.)
De meeste kalkzwerfstenen in deze keileem zijn door smeltwatererosie en verspoeling sterk afgerond geraakt. Gletserkrassen en andere gletsjersporen zijn hierdoor verdwenen.
Twee Hondsrugkeilemen
* Grijze Oost-Baltische keileem
* Rode Oost-Baltische keileem
Op de keileemruggen in het Hondsrug-gebied komen een aantal keileemtypen voor. Twee typen zijn dominant. Beide keilemen hebben een Oost-Baltisch karakter en bedekken elkaar. Hierbij vormt de grijze keileem (= Assen-groep) de onderste afzetting, de rode keileem (= Emmen-groep) ligt daar bovenop.
Keileemprofiel in de oude groeve De Boer bij Emmerschans (Dr.)
De keileemafzetting ligt met een scherpe overgang op gestuwde afzettingen uit het Elsterien (Formatie van Peelo). De stippellijn geeft de scheiding aan tussen beide geoxideerde en ontkalkte keileemsoorten.
Keileemprofiel met rode en grijze Oost-Baltische keileem bij Klazienaveen (Dr.)
De onderste keileemafzetting is een homogeen, zandig keileemtype met relatief weinig zwerfstenen. Vuursteen is altijd aanwezig. Daarbovenop ligt, zonder overgang, rode Oost-Baltische keileem. Hierin ontbreekt vuursteen.
Detail van een keileemprofiel met beide Oost-Baltische Hondsrug-keilemen N33 Gieten (Dr.)
Beide keileemtypen hebben een Oostbaltische samenstelling en staan bekend onder de naam keileem uit de Assen- en Emmen-groep. De Assen-keileem (grijze Oost-Baltische keileem) vormt de onderste keileemlaag en ligt doorgaans met een zeer scherpe overgang op oudere, gestuwde Pleistocene afzettingen. Assen-keileem wordt afgedekt door de zeer stenenrijke Emmen-keileem (rode Oost-Baltische keileem). De stippellijn op de foto geeft de grens aan tussen beide keilemen. Grijze Oost-Baltische keileem bevat veel vuursteen, de bovenliggende rode Oost-Baltische keileem is vuursteenvrij. Beide keileemtypen liggen zonder overgang boven op elkaar.
In het Hondsrug-gebied is keileem door verwering en uitloging op veel plaatsen ontkalkt. . Kalkstenen komen er niet meer in voor. In de keileem-indeling van Zandstra (1983) wordt onderscheid gemaakt op basis van het kalkgehalte. Hoewel de kalkrijke als de ontkalkte versies in feite dezelfde keileemtype vertegenwoordigen, dragen deze verschillende namen. Bij zwerfsteenverzamelaars en amateurgeologen leidt dit niet zelden tot verwarring, en niet alleen daar. Voor de eenvoud worden beide Hondsrug-keilemen in geologische publicaties tegenwoordig aangeduid als keileem uit de Assen- en de Emmen-groep, ongeacht het kalkgehalte.
Onverweerde zandige en kalksteenrijke grijze Oost-Baltische keileem Kreupelstraat, Groningen
Dit keileemtype bevat altijd vuursteen en kristallijne zwerfsteentypen uit Smaland en Dalarne. De kalkstenen zijn afkomstig van de Oostzee-bodem oostelijk van het Zweedse eiland Gotland. Het is ook een zandig keileemtype, dat in onverweerde toestand donkergrijs (nat) of lichtgrijs (droog) is.
Geoxideerde en ontkalkte grijze Oost-Baltische keileem met zwarte vuursteen met witte cortex - N33 bij Gieten (Dr.)
De landijsbedekking van ons land tijdens het Drenthe stadium sluit nauw aan bij die in Duitsland (Nedersaksen) Ook daar is in de eerste fase van de vergletsjering uit de zool van het landijs een uniforme laag keileem op de ondergrond afgezet met een West-Baltische samenstelling. In westelijk Nedersaksen komen op talrijke plaatsen op en soms ten dele in deze West-Baltische keileem onregelmatige slierten, lenzen en pakketten voor van rode Oost-Baltische keileem. In kleur en samenstelling wijkt deze niet af van de bekende schollenleem in het noorden van ons land. Schollenleem wordt in de keileem-indeling van Zandstra tot het Voorst-type gerekend. In ontkalkte vorm spreekt men van het Oudemirdum-type.
Onverweerde rode Oost-Baltische keileem heeft een karakteristieke roodbruine kleur. De keileem is inhomogeen. Kleiïge, zwerfsteenarme partijen wisselen af met meer zandige typen en rossige smeltwater-afzettingen - N33, bij Gieten (Dr.)
De kleiïge partijen vormen onregelmatige lenzen, vegen en strepen. In de keileem-indeling van Zandstra wordt dit type Voorst-keileem genoemd. Kleirijke partijen gaan door toename van het gehalte aan zand en zwerfstenen onmerkbaar over in rode Oost-Baltische keileem. De aparte status van Voorst-keileem is waarschijnlijk niet terecht.
Kleurverschil en naamgeving
Het kleurverschil van beide keileemtypen is in onverweerde toestand opmerkelijk. Grijze keileem is in vochtige toestand donkergrijs. In droge toestand is de kleur meer lichtgrijs. De rode keileem is rossig roodbruin. In de bodemkunde worden beide keileemtypen sinds jaar en dag grijze en rode keileem genoemd. Het zou niet onverstandig zijn deze naamgeving ook in geologische publicaties te gebruiken, eventueel voorafgegaan door het betekenisvolle zwerfsteenspectrum van het keileemtype. De toevoeging van ‘Oost-Baltische’ is daarom zinvol. We spreken in het Hondsrug-gebied in het vervolg dus van grijze Oost-Baltische keileem en rode Oost-Baltische keileem. Vergelijking met overeenkomstige keileemtypen in westelijk Nedersaksen wordt hierdoor ook een stuk makkelijker.
Grijze Oost-Baltische keileem - Kreupelstraat, Groningen.
Rode Oost-Baltische keileem - Kreupelstraat, Groningen
In grote delen van het Hondsrug-gebied is het kleurverschil van de keileem door verwering en oxidatie verdwenen. Beide keilemen zijn kalkvrij en kleuren door oxidatie roestbruin. In het veld zijn beide keileemtypen met het oog niet van elkaar te onderscheiden. Ook in lithologisch opzicht is niet altijd duidelijk met welk type keileem we in een ontsluiting te doen hebben. Beide keilemen vertegenwoordigen geen afzonderlijke vergletsjeringsfases. Een scheidingslaag tussen beide keilemen ontbreekt. Beide liggen zonder overgang op elkaar. Ook zijn nooit periglaciale verschijnselen als vorstspleten en cryoturbatie op het scheidingsvlak van beide keilemen aangetroffen. De conclusie is dat de vorming en afzetting van de twee Hondsrug-keilemen een gelijktijdig proces is geweest.
Ontkalkte, grijze Oost-Baltische keileem wordt in de keileem-indeling van Zandstra (1983) Assen-keileem genoemd. Door oxidatie valt het kleurverschil met rode Oost-Baltische keileem weg. Een zeker determinatiekenmerk is de aanwezigheid van vuursteen. Deze ontbreekt in de rode keileem.
Rode Oost-Baltische keileem wordt ook wel aangeduid als keileem uit de Emmengroep. De roodbruine kleur wordt veroorzaakt door opname van hematietrijk zand en klei uit de Vroeg-Devonische Old Red Zandsteen in het Noordoost-Balticum. Deze componenten ontbreken in de grijze Oost-Baltische keileem volkomen. In verweerde ontkalkte vorm is rode Oost-Baltische keileem op het oog niet van verweerde grijze keileem te onderscheiden.
Bestaat er tussen beide keilemen een koppeling?
In publicaties en lezingen is meermalen gesuggereerd dat de verschillen tussen beide Hondsrug-keilemen gradueel zijn, en dat in feite gesproken kan worden van één keileemtype. Zijn beide Oost-Baltische Hondsrug-keilemen daarom gekoppeld? Het antwoord hierop is: Nee! Behalve dat het kristallijne zwerfsteengezelschap Oost-Baltisch van karakter is, is van enige koppeling geen sprake. De verschillen tussen beide keilemen werken in alle fracties door.
Vuursteen
Hét kenmerkende verschil tussen beide Hondsrug-keilemen is vuursteen, dat in de grijze keileem wel, maar in de rode keileem niet voorkomt.
De algemene gedachte is dat het vuursteen in de grijze keileem samen met wit schrijfkrijt door het landijs is opgenomen bij het passeren van de zuidelijk Oostzee. Inmiddels is duidelijk dat een flink percentage van de vuursteen in de grijze Oost-Baltische keileem niet afkomstig is uit het zuidelijke Oostzeegebied, maar een noordelijker herkomst heeft in de Oostzee, ter hoogte van Litouwen. Het voornaamste vuursteentype in onverweerde keileem op de noordelijke Hondsrug is zwarte vuursteen met een witte cortex. Dit vuursteentype komt in hoge mate overeen met vuursteen dat in Litouwen voorkomt. Dit vuursteentype bevat bovendien weinig fossielen.
Zwarte fossielarme vuursteen met witte cortex - Kaunas, Litouwen
Zwarte fossielarme vuursteen met witte cortex - Zwerfsteen van Groningen
Grijze Oost-Baltische keileem bevat soms tot 40% vuursteen. Een deel van de vuursteen is niet afkomstig uit de zuidelijke Oostzee, maar komt noordelijk van de Oostzeebodem ter hoogte van Litouwen.
Bruine fossielarme vuursteen - Zwerfsteen van Groningen.
Zwarte vuursteen met een witte cortex komt in onverweerde grijze Oost-Baltische keileem het meest voor. Daarnaast komen ook zwartbruine en bruine typen voor. Fossielen ontbreken veelal.
De afwezigheid van vuursteen in de rode keileem wordt wel verklaard door zijn hogere ligging. Glaciodynamische processen hebben er weliswaar voor gezorgd dat de opgenomen vuursteen na verloop van tijd door de hele grijze keileemafzetting verdeeld werd, maar dat het percentage naar boven toe afneemt. Dit zou verklaren waarom vuursteen in de bovenliggende rode keileem nagenoeg ontbreekt. In ontsluitingen waar beide Hondsrug-keilemen door verwering en oxidatie kalkloos en roestbruin zijn, en zo op het oog een doorlopende afzetting vormen, lijkt dit wellicht een aantrekkelijke gedachte, maar tientallen jaren van waarnemingen in onverdacht rode keileem hebben nog nooit één zwerfsteen van vuursteen opgeleverd.
Zwerfsteenrijkdom
Behalve het kleurverschil is het zwerfsteengehalte een opvallend kenmerk. In rode Oost-Baltische keileem is het aantal zwerfstenen vele malen hoger dan in de grijze. In de negentiende eeuw leidde dit in Oost-Drenthe tot een industriële activiteit die zijn weerga niet kent. Op de oostelijke Hondsrugtak, waar rode Oost-Baltische keileem veelvuldig voorkomt, werden op talrijke plaatsen, maar het duidelijkst bij Buinen, uit zo’n honderd vierkante meter heideveld soms wel 3000- tot 4000 kg zwerfstenen ter grootte van een duivenei en meer opgegraven.
Op de westelijke Hondsrugtak, waar voornamelijk grijze Oost-Baltische keileem aan het oppervlak ligt, loonde het delven van keien niet. De zwerfstenen werden tot steenslag geslagen en gebruikt voor het aanleggen van macadamwegen en het verharden van boerenerven.
Keienkloppen voor steenslag Buinerveld (Dr.)
Keienkloppers in flinthokken bij Hoogkerk (Gr.)
Gereduceerde en deels geoxideerde grijze Oost- Baltische keileem bij Gieten (Dr.)
De 4,5 meter dikke keileemafzetting is in twee opeenvolgende fasen uit de zool van de Hondsrug-ijsstroom op de ondergrond afgezet. Dit zandige keileemtype is vuursteenhoudend, maar bevat relatief weinig zwerfstenen. Grijze Oost-Baltische keileem komt vooral voor op de westelijke tak van de Hondsrug. De keileem ligt met een scherpe, erosieve overgang op ijstektonisch gestuwde zanden uit het Elsterien.
Rode Oost-Baltische keileem langs de N33 bij Gieten (Dr.)
Verweerde keileem is doorgaans roestbruin van kleur. De onverweerde rode Oost-Baltische keileem is primair roodbruin gekleurd, in tegenstelling tot de kalkrijke onverweerde grijze Oost-Baltische keileem. Dit kleurverschil is reden waarom men beide keilemen in de bodemkunde respectievelijk 'rode' en 'grijze' keileem noemt.
Rode Oost-Baltische keileem in het Hondsrug-gebied moet beschouwd worden als een uitsmeltingskeileem (melt-out-till) en deels ook als een afglijdingskeileem (flow-till). Het chaotische karakter van deze afzetting is deels hieraan en aan ijstektonische vervorming te danken.
Zandige rode Oost-Baltische keileem met veel zwerfstenen - N33 bij Gieten (Dr.)
Het zwerfsteengehalte in deze keileem is hoog. Vooral het percentage Paleozoïsche kalkstenen, waaronder dolomieten uit het Devoon, komen veel voor; soms vormen ze ca. 70% van het totaal aan zwerfstenen.
Akkerzwerfstenen - Bronneger/Borger (Dr.)
De rijkdom aan zwerfstenen is in rode Oost-Baltische keileem bijzonder hoog. Roodachtige rapakivi-granieten en roodachtige Precambrische zandstenen zijn dominant aanwezig.
Zwerfsteenspectrum
Het kristallijne zwerfsteengezelschap in beide Hondsrugkeilemen is Oost-Baltisch van karakter. Rapakivi-granieten van de Aland-archipel zijn dominant aanwezig. Toch verschilt het sortiment. Grijze Oost-Baltische keileem bevat altijd kristallijne zwerfstenen uit Midden en Zuid-Zweden en is vuursteenhoudend. Rode keileem bevat naast Aland-rapakivi’s verhoudingsgewijs meer rapakivi-typen uit het kleine rapakivi-massief van Kökar, zuidoostelijk van Aland. Het percentage porfierische rapakivigraniet van Kökar, grootkorrelige pyterliet, en Finse granietporfier is duidelijk hoger dan in de grijze keileem.
Hetzelfde geldt voor porfieren uit de Botnische Golf en de veel voorkomende Zuidwestfinse microkliengraniet, waarvan Perniö-graniet een bekend voorbeeld en tevens gidsgesteente is. Finse Helsinkiet en de groep Norrland-granieten uit Zweeds Lapland komen in rode Oost-Baltische keileem ook veel meer voor. De verschillen op kristallijn gebied vallen niet toe te schrijven aan het feit dat de rode keileem op een hoger niveau in het ijs is getransporteerd. De brongebieden van beide keileemsoorten in Scandinavië verschillen.
Porfierische rapakivi-graniet van Kökar - Zwerfsteen van Klazienaveen (Dr.)
Pyterlietische rapakivi-graniet van Kökar - Zwerfsteen van Ellertshaar (Dr.)
Finse graniet-porfier - Zwerfsteen van Groningen
Botnische gneis-graniet - Zwerfsteen van Groningen
Perniö-graniet - Zwerfsteen van Borger (Dr.)
Finse Helsinkiet - Zwerfsteen van Groningen
Het sedimentaire zwerfsteengezelschap
Mocht er nog twijfel bestaan dat beide Hondsrug-keilemen van elkaar verschillen en dat beide geen koppeling hebben, dan blijkt dit wel uit de inhoud aan sedimentaire zwerfstenen. Hier zijn de verschillen het meest overtuigend.
In onverweerde rode Oost-Baltische keileem komen talloze Paleozoïsche kalkzwerfstenen voor. Ze zijn van Ordovicische en Silurische ouderdom. Daarnaast bevat rode keileem talrijke Silurische en Devonische dolomietische kalkstenen. Deze laatste ontbreken in de grijze keileem. Onder de kalkstenen nemen Silurische beyrichiënkalken een belangrijk aandeel in. In rode keileem zijn deze kalkstenen overwegend geelgrijs tot groengrijs, terwijl ze in de grijze keileem grijs(wit) tot blauwgrijs zijn. Bovendien is de grootte van de kalkstenen in deze keileem geringer.
Koloniefragmenten van stromatoporen, rugose en tabulate koralen komen verhoudingsgewijs veel voor in rode Oost-Baltische keileem. Weliswaar worden deze fossielen ook in de grijze keileem aangetroffen, maar significant minder, in soortensamenstelling anders en ook hier weer kleiner van stuk. Ook de bekende Laat-Ordovicische paleoporellenkalk is typisch een zwerfsteentype uit rode Oost-Baltische keileem.
Kalkzwerfstenen uit rode Oost-Baltische keileem
Silurische beyrichiënkalk met doorsnede van cranidium van de trilobiet Calymene sp. - Zwerfsteen uit rode Oost-Baltische keileem van Gieten (Dr.)
Ordovicische eleganskalk - Zwerfsteen uit rode Oost-Baltische keileem, Groningen
Silurische leperditiakalk - Zwerfsteen uit rode Oost-Baltische keileem - Groningen
Silurische kalksteen met Ptilodictya lanceolata (bifoliate bryozo) - Zwerfsteen uit rode Oost-Baltische keileem, Gieten (Dr.)
Silurische Dalmanella-kalk (beyrichienkalk) - Zwerfsteen uit rode Oost-Baltische keileem, Groningen
Ordovicische paleoporellen-kalk - Zwerfsteen uit rode Oost-Baltische keileem, Groningen
Stromatopoor met latilamina - Zwerfsteen uit rode Oost-Baltische keileem, Haren (Gr.)
Silurische koralenkalk - Zwerfsteen uit rode Oost-Baltische keileem van Gieten (Dr.)
Kolonie van een tabulate koraal (Favosites) - Zwerfsteen uit rode Oost-Baltische keileem, Groningen
Rugose koloniekoraal (Acervularia ananas) - Zwerfsteen uit rode Oost-Baltische keileem, Groningen
In grijze Oost-Baltische keileem komen, zij het sporadisch, zwerfstenen voor van zwarte Cambrische stinkkalk en Ordovicische rode en grijze orthocerenkalk. Zowel stinkkalk als beide orthocerenkalken zijn afkomstig uit het westelijke Oostzeegebied bij Oland of meer uit het binnenland van Zuid-Zweden. Verder zijn in de grijze keileem vondsten gedaan van witte Faksekalk en vezelcalciet uit het Eoceen van het Skagerrak. Deze West-Baltische zwerfsteentypen ontbreken volledig in de rode keileem.
Het karakter van de grijze keileem als een grondmorene (lodgement till) blijkt ook uit spoelmonsters. Hierin komen talrijke witte bryozoën-fragmenten voor uit het Laat-Krijt of het Vroeg-Tertiair (Danien). Ook kleine vuursteensplinters zijn talrijk. Verder zijn Tertiaire foraminiferen en fragmenten van mollusken gevonden. Altijd aanwezig zijn kleine zwartbruine partikeltjes bruinkool, regelmatig vergezeld van barnsteen van zandkorrelgrootte, ook van Tertiaire ouderdom. Bij het passeren van de zuidelijke Oostzee en delen van Denemarken en Noord-Duitsland zullen bovengenoemde bestanddelen door het ijs uit de ondergrond zijn opgenomen.
In de zandfractie van spoelmonsters van rode keileem valt de rijkdom op aan rode veldspaatpartikels en de rossige kleur van het zand. Mesofossielen uit het Laat-Krijt en uit het Tertiair ontbreken. Wel aanwezig zijn talrijke kleine Silurische bryozoën en fragmenten van brachiopoden.
Kalkzwerfstenen uit grijze Oost-Baltische keileem
Silurische beyrichiën-kalk met Prochonetes striatellus - Zwerfsteen uit grijze Oost-Baltische keileem van Haren (Gr.)
Silurische beyrichiën-kalk met Nodibeyrichia - Zwerfsteen uit grijze Oost-Baltische keileem van Emmen (Dr.)
Silurische beyrichiën-kalk met brachiopoden en trepostomate bryozoën - Zwerfsteen uit grijze Oost-Baltische keileem van Emmen (Dr.)
Silurische ostracoden-kalk - Zwerfsteen uit grijze Oost-baltische keileem van Emmen (Dr.)
Zwarte bitumineuze kalksteen (stinkkalk) uit het Boven-Cambrium - Zwerfsteen uit grijze Oost-Baltische keileem van Haren (Gr.)
Rode orthoceren-kalk - Zwerfsteen uit grijze Oost-Baltische keileem van Haren (Gr.)
Grijze orthoceren-kalk - Zwerfsteen uit grijze Oost-Baltische keileem van Groningen
Faksekalk - Zwerfsteen van Nijbeets (Fr.)
Dit kalksteentype komt voor op het Deense eiland Sjaelland. De kalksteen bevat talloze takfragmenten van de octokoraal Faksephyllia.
Vezelcalciet uit het Skagerrak - Zwerfsteen van Nijbeets (Fr.)
Vezelcalciet bestaat uit dicht aaneengesloten, zeer dunne naalden van calciet, die parallel aan elkaar loodrecht op de wanden van scheuren in Eocene tufafzettingen in het Skagerrak (Denemarken) zijn gegroeid.
Wat veroorzaakt de kleur van rode Oost-Baltische keileem?
De rossig rode kleur van de rode keileem is primair en is dus niet het gevolg van oxidatie. Spoelmonsters van dit keileemtype en zandmonsters van begeleidende smeltwaterafzettingen bezitten een rossige tint. De zandkorrels zijn omgeven door een heel dun huidje van hematiet. Ook de klei in de rode keileem heeft dezelfde roodbruine kleur.
Rode Oost-Baltische keileem bij Gieten (Dr.)
Dit keileemtype komt in het Hondsrug-gebied vooral voor op de hogere delen van de keileem/zandruggen. De kalkrijke versie van deze keileem wordt in de keileem-classificatie van Zandstra (1983) Nieuweschoot-keileem genoemd. De verweerde en ontkalkte variant heet Emmen-keileem.
Rode Oost-Baltische keileem is op sommige plaatsen een inhomogeen keileemtype. Opmerkelijk is het chaotische karakter van de rode Oost-Baltische keileem. De lithofacies is bijzonder variabel: vette keileem, zandige keileem, smeltwaterzand, smeltwatergrind en zelfs metersdikke keienpakkingen liggen zonder regelmaat naast en boven elkaar. De meeste kalkzwerfstenen zijn door verspoeling geblutst en afgerond. Gletsjerkrassen ontbreken meestal. Opvallend is ook het hoge percentage gebroken en vergruisde stenen, zowel kristallijn als sedimentair.
Rode Oost-Baltische keileem bezit een wisselend zandgehalte. Kleiïge, zwerfsteen-arme delen met een intensief rossig roodbruine kleur (binnen de stippellijn) wisselen zonder enige regelmaat af met meer zandige delen, die rijker zijn aan zwerfstenen. Vaak komen smeltwaterafzettingen in dit keileem-type voor.
Rode Oost-Baltische keileem bij Gieten (Dr.)
De bovenste helft wordt ingenomen door een kleirijk, zwerfsteen-arm type, dat in de keileem-indeling van Zandstra (1983) tot het Voorst-type wordt gerekend. Waarschijnlijk is er slechts sprake van één Oost-Baltisch keileemtype en is Voorst-keileem een facies van de rode keileem.
In rode Oost-Baltische keileem komen op een aantal plaatsen op de Hondsrug smeltwaterafzettingen voor. De gelaagdheid van het zand is erg verstoord. De kleur van het rossig-bruine zand wordt veroorzaakt door dunne huidjes van hematiet om de zandkorrels.
Een groot deel van het zand in de smeltwaterafzettingen binnen rode Oost-Baltische keileem is afkomstig uit de Old Red Zandsteen-formatie in Estland, Letland en de aangrenzende bodem van de Oostzee.
Het rossige smeltwaterzand in Rode Oost-Baltische keileem toont hier en daar kriskrasgelaagdheid. Het zand is afgezet in snelstromend smeltwater op of in het ijs van de Hondsrug-ijsstroom.
Voor de oorzaak moeten we naar het brongebied van deze keileem. In Estland en Letland en aangrenzende Oostzeebodem zijn afzettingen van Old Red Zandsteen uit het Onder-Devoon ontsloten. Old Red Zandsteen is een afzetting uit een warm droog klimaat, waarbij ijzeroxide in de vorm van hematiet het kleurend bestanddeel is. Deze zandsteen is op talrijke plaatsen fraai ontsloten, onder meer rond het Peipusmeer in Estland. De slecht verkitte zandsteen erodeert gemakkelijk. Langs de oevers van het meer vormt het hier en daar lage roodbruine kliffen. De stranden langs het meer bestaan uit los rossig bruin tot licht roodbruin zand dat hier en daar zelfs tot duinen is opgestoven.
Aan de westkust van het grote Peipusmeer in Estland zijn rode kliffen van zandsteen aanwezig. De rode zandsteen dateert uit het Vroeg-Devoon (Old Red Zandsteen)
De Devonische Old Red zandsteen bij Kallaste is een afzetting uit een droog warm klimaat. De zandsteen is slecht verkit en valt makkelijk aan erosie ten prooi. Bovenin hebben oeverzwaluwen nestgangen in de zandsteen aangelegd.
De roodachtige tint van de zandsteen wordt veroorzaakt door hematiet (ijzeroxide), dat dunne huidjes om de zandkorrels vormt.
Old Red Zandsteen vormt gelaagde zandsteenbanken. Hier en daar toont de zandsteen een scheve gelaagdheid.
Bij Kallaste is los zand uit verweerde Old Red Zandsteen opgewaaid tot (sub)recente zandduinen. Het zand toont dezelfde kleur als het smeltwaterzand in rode Oost-Baltische keileem op de Hondsrug.
Delen van de landijskap die uit het noorden van Scandinavië, via de Botnische Golf en de noordoostelijke Oostzee langs en over Estland en aangrenzende Oostzee bewogen, hebben van de ondergrond een grote hoeveelheid verweringsmateriaal van de Old Red Zandsteen-formatie opgenomen. Op de bodem van de aangrenzende Oostzee komen sliblagen voor die een karakteristieke roodbruine tint bezitten. Zand en klei hebben zich door glaciotektonische processen met het overige morenemateriaal vermengd en hebben deze een karakteristieke roodbruine kleur gegeven.
Het brongebied van de rode Oost-Baltische keileem verschilt daarmee van die van de grijze Oost-Baltische keileem. Deze laatste bevat sedimentaire componenten die er op wijzen dat deze veel meer naar het westen van de Oostzeebodem zijn opgenomen, buiten het bereik van de Old Red Zandsteen.
Bijzonder is dat in glaciale afzettingen uit het Elsterien en ook uit het Weichselien rode Oost-Baltische keileem voorkomt. De samenstelling van de keileem is steeds dezelfde. Hoewel het om primaire keilemen uit de betreffende glaciale perioden zou kunnen gaan, is het niet onmogelijk dat het landijs in het noordelijke Oostzee-gebied tijdens het Saalien rode Oos-Baltische keileem uit de Elster-ijstijd van de ondergrond heeft opgenomen. Door ijstektonische processen hebben deze keileempakketten ter hoogte van Letland het contact met de ondergrond verloren en zijn vanaf dat punt op een hoger niveau englaciaal zuidwaarts getransporteerd. Dit verklaart ook het ontbreken van vuursteen in rode Oost-Baltische keileem. Vuursteen komt namelijk iets zuidelijker, ter hoogte van Litouwen, in krijt-afzettingen op de bodem van de Oostzee voor.
Voorkomen van grijze en rode Oost-baltische keileem
Binnen het Hondsrug-gebied beperkt het voorkomen van Rode Oost-Baltische keileem zich tot de hogere delen van de keileemruggen. In het noorden voornamelijk aaneengesloten, vormt deze keileem op de hoogste delen van de keileemruggen meest geïsoleerde, langgerekte ‘eilanden’.
Op de Hondsrug zelf is de verspreiding van dit keileemtype opmerkelijk. Afgezien van het noordeinde van de Hondsrug tussen Harenermolen en het noorden van de stad Groningen, en op de zuidelijke Hondsrug in Emmen, komt rode Oost-Baltische keileem in hoofdzaak voor op de oostelijke Hondsrugtak. De Hondsrug is namelijk over zijn volle lengte verdeeld in een westelijke en een oostelijke tak. Beide Hondsrugtakken zijn gescheiden door een laagte, die in het terrein op veel plaatsen goed is waar te nemen.
Binnen het Hondsrug-complex is de Hondsrug de meest prominente keileemrug. De Hondsrug vormt de oostrand van het Drents Plateau. De Hondsrug is over zijn volle lengte in twee aparte takken verdeeld. Beide worden door een laagte van elkaar gescheiden. De esdorpen liggen in snoeren achter elkaar op beide Hondsrugtakken.
Grijze Oost-Baltische keileem - Gieten (Dr.)
De ruim 4 meter dikke laag licht geoxideerde keileem is zandig en homogeen. Dit vuursteenhoudend keileem-type bevat relatief weinig zwerfstenen.
Zwerfstenen uit rode Oost-Baltische keileem - Bronneger/Borger (Dr.)
De rijkdom aan zwerfstenen in rode Oost-Baltische keileem is bijzonder groot. Ook na jaren van boerenactiviteit komen er bij het ploegen nog steeds grote aantallen zwerfstenen voor de dag.
De enorme rijkdom aan zwerfstenen op de oostelijke Hondsrugtak, waar in de negentiende eeuw vele honderden mensen een boterham verdienden aan het opgraven van stenen, is gekoppeld aan rode Oost-Baltische keileem. Op de westelijke Hondsrugtak waar voornamelijk grijze Oost-Baltische keileem voorkomt, was het delven van zwerfstenen niet lonend. Rode Oost-Baltische keileem ontbreekt daar op de meeste plaatsen.
Herkomst van beide Hondsrugkeilemen
Het is duidelijk dat grijze en rode Oost-Baltische keileem in het Balticum een verschillende herkomst hebben. Hoewel het brongebied van de rode Oost-Baltische keileem in grote lijnen gereconstrueerd kan worden, is dit met de grijze keileem minder duidelijk. De aanwezigheid van veel Ordovicische en Silurische kalkstenen wijst op een herkomst uit het middengedeelte van de Oostzee, globaal tussen de Baltische staten en het Zweedse eiland Gotland.
De aantallen kristallijne zwerfstenen en de samenstelling ervan is opvallend, waarbij de gedachte opkomt dat het landijs op de Oostzeebodem verspreid aanwezig, los morenemateriaal heeft opgenomen. Smalandgranieten zijn altijd in Grijze Oost-Baltische keileem aanwezig, maar ontbreken makkelijk herkenbare Smalandporfieren als Paskallavik- en Emarp-porfier. Ook Bornholm-graniet komt in de grijze keileem niet voor.
Smaland-graniet (Vanevik-graniet - Zwerfsteen van Emmerschans (Dr.)
Smaland-graniet (Vanevik-graniet) - Zwerfsteen van Emmerschans (Dr.
Smaland-graniet - Zwerfsteen van Groningen
Paskallavik-porfier - Zwerfsteen van Damsdorf (Dld.)
Emarp-porfier - Zwerfsteen van Nijbeets (Fr.)
Hammer-graniet - Zwerfsteen van Een (Norg)
De samenstelling van sedimentaire zwerfstenen sluit hierbij aan. West-Baltische zwerfsteentypen als Vroeg-Cambrische zandstenen met levenssporen, fraai bruinviolet gelaagde Kalmarsundzandsteen en de karakteristiek gevlekte Hanaskogvuursteen zijn in onverweerde grijze Oost-Baltische keileem op de noordelijke Hondsrug nog nooit gevonden, om over het voorkomen van Oslo-gesteenten maat te zwijgen. Al deze gesteenten maken wel onderdeel uit van West-Baltische keileemtypen. Op het middendeel van de Hondsrug, bij Borger, op het Balloërveld (Rolderug) en op het Hoge Veld bij Bunne (Zeijenrug) komen Vroeg-Cambrische zandstenen met levenssporen, Kalmarsundzandsteen en andere typische West-Baltische zwerfstenen wel voor. Zij komen voor in keizand van West-Baltische Heerenveen-keileem. Dit keizand vormt erosieresten, die door het ijs van de Hondsrug-ijsstroom niet zijn opgeruimd en afgevoerd.
Buizen-zandsteen (Skolithos) - Zwerfsteen van Borger (Dr.)
Kalmarsund-zandsteen - Zwerfsteen van het Hoge Veld, Bunne (Norg)
Hanaskog-vuursteen - Zwerfsteen van Gaarkeuken (Gr.)