Tenerife

Het ontstaan van een vulkaaneiland

Van alle Canarische eilanden zijn Tenerife en Gran Canaria het meest in trek bij toeristen. Zon, zee en strand, met daarbij het jaar rond een zeer aangenaam klimaat, maken dat miljoenen mensen jaarlijks een vliegvakantie boeken naar een van de vele badplaatsen op de eilanden. Echter, wie verder kijkt dan badpak en terras en interesse heeft voor landschap en geologie, hebben beide eilanden meer in de aanbieding. 

Tenerife is niet alleen het grootste eiland van de Canarische archipel, landschappelijk gezien is het ook het meest aantrekkelijk. De tweedeling van het eiland, met het grote contrast tussen het groene, vochtige noorden en het gortdroge, halfwoestijnachtige zuiden, is opvallend. Beeldbepalend op het eiland is de 3718 meter hoge vulkaan de Teide. Het is Spanjes hoogste berg. 

Nationaal Park El Teide met Descurainia bourgaeana

De Caldera Las Canadas is op zijn mooist in de maanden mei en juni. Witbloeiende, geurige bremstruiken zie je overal. Op andere plaatsen zijn grote vlakten bedekt met de felgeel bloeiende Descurainia met daartussen nog een menigte andere bloeiende planten, waaronder het fraai bloeiende Teide-viooltje. Ze zijn voer voor de natuurtoerist en fijnproevers. Descurainia is een kruisbloemige, verwant aan mosterdzaad, koolzaad en raapzaad, om maar een paar te noemen.

De noordhelling van de Cordillera Dorsal ontvangt veel vocht door de stratobewolking van de noordoostpassaat. De wolken hullen de naaldbossen in een vochtige mist. De lange naalden van de Canarische dennen vegen als het ware het vocht uit de wolken, dat in druppels op de bodem valt. 

De zuidelijke en zuidwestelijke hellingen van Tenerife liggen in de regenschaduw. Eenmaal over de hoge bergkam, dalen de wolken en lossen daarbij grotendeels op. Regen valt er niet vaak.

Het vulkanische karakter van Tenerife

Het vulkanische karakter van Tenerife is vrijwel overal op het eiland zichtbaar. Het bijzondere landschap is het resultaat van miljoenen jaren vulkanisme. De talrijke bijzonderheden en de vele nog onbeantwoorde vragen over het vulkanische verleden van Tenerife, verklaren de aanhoudende interesse van geologen en vulkanologen voor dit eiland, en zij niet alleen. Door het droge klimaat bieden vooral het zuiden en het hoge midden van het eiland talloze mogelijkheden om prachtige rotsformaties, vulkanische verschijnselen en gesteenten te bestuderen. Op talloze plaatsen zijn lavastromen zichtbaar, bijzondere basaltformaties, slakkenvulkanen enz. Op het eiland zijn in weginsnijdingen basalt- en fonolietgesteenten, tuflagen en scoria-afzettingen zichtbaar. Verspreid over het eiland vallen van verre bruine en zwarte velden met lapilli, bloklava en slakkenvulkanen op. Samen met de overige eilanden vormt Tenerife in de Atlantische oceaan, aan de rand van Afrika, een 800 km lange en bijna 400 km brede gordel van onderwatervulkanen (seamounts) en vulkaaneilanden.  

Satellietopname van Tenerife in schuin aanzicht. Op de foto is goed te zien dat vanaf de rand van de Canadas caldera talrijke diepe erosiegeulen (barranco's) richting zee uitstralen. Verder valt op dat het Tenogebergte door miljoenen jaren erosie sterk is ingesneden. Hetzelfde is het geval bij Anaga (Roque del Conde).

Fonolietische bloklava van obsidiaan bij Montana Blanca in de Caldera las Canadas

Rijdend over de TF-21 ter hoogte van Montana Blanca en Montana Rajada, vallen in de lichtkleurige puimsteenwereld talrijke grote en kleine blokken op van donkere obsidiaan. In het zonlicht lijkt het alsof de steenblokken nat zijn van de regen. Het obsidiaan is niet zo mooi als wel van andere vindplaatsen bekend is, minder glasachtig ook. Hoewel het als obsidiaan vermeld staat zou het beter zijn om van peksteen te spreken.

Sferoïdale verwering van zuilenbasalt langs weg TF-24, vlak bij de afslag naar Guimar

Op de foto zijn de oorspronkelijke basaltzuilen te herkennen aan de verticale opbouw. Het basaltgesteente zelf is door chemische verwering veranderd in kleiïg gruis met daarin grote en kleinere, sterk afgeronde restblokken van onverweerde basalt. Deze vorm van verwering noemt men sferoïdale verwering, waarbij de van oorsprong hoekige basaltblokken tot ronde vormen verweren.

Gelaagde as- en lapillituf-afzettingen bij Playa Montana Amarilla, Costa Silencio in het zuiden van Tenerife

Deze fijngelaagde tuffen zijn afgezet tijdens opeenvolgende explosieve erupties van de Canadas-vulkaan. Dit was de voorloper van de huidige Teide. 

Rijden we van Los Cristianos hellingopwaarts de plaats Vilaflor voorbij, dan komen we na enige tijd via Boca de Tauche in de indrukwekkende Caldera Las Canadas. Daar ontvouwt zich een weids landschap met indrukwekkend steile kraterwanden, verstilde bruine en zwarte lavavelden, kraters en basalt- en tufformaties. Verderop in de caldera zien we slakkenvulkanen met hun brede, vaak asymmetische krateropeningen. Deze vulkanen zijn al van verre te herkennen aan hun regelmatige, kegelvormige gedaante. De meeste slakkenvulkanen zijn opgebouwd uit losse, uit de krater geslingerde klodders lava, lapilli en lavagruis. 

Vanaf Vilaflor, halverwege de helling naar de grote caldera, slingert de weg naar Boca de Tauche met veel 'hairpins' naar boven.

Hellingopwaarts rij je via Boca de Tauche de Caldera Las Canadas binnen. In mei en juni is de kleurenpracht van bloeiende planten daar op zijn mooist.

Voorbij Boca de Tauche ontvouwt zich een bijzonder vulkanisch landschap. Hier is een uitzichtpunt ingericht (Mirador Boca de Tauche), waar makkelijk geparkeerd kan worden. De steile rotswanden vormen onderdeel van de kraterrand van de caldera.

Caldera Las Canadas vanaf Mirador Boca de Tauche

Rechts strekt de grillige, steile kraterrand van de uitgestrekte caldera zich uit naar de horizon. De bergtoppen links worden gevormd door de vulkanen El Teide (rechts) en de lagere Pico Viejo (links). Ervoor strekken zich uitgestrekte bruin geoxideerde velden uit van ruwe 'A'a-lava. Deze dateren uit het Pleistoceen.

Lava deed Garachico op Tenerife de das om

De hoge temperatuur en de doorgaans lage viscositeit van basaltlava is oorzaak dat sommige lavastromen kilometers ver kunnen uitstromen. Dit laatste was op 5 mei 1706 het geval, toen de Montana Negra op de noordkant van Tenerife, na een reeks inleidende aardbevingen, uitbarstte. In het Spaans wordt deze vulkaan Arena Negras genoemd. Negen dagen lang braakte de vulkaan veel losse scoria uit. Nadat de grootste gasdruk afgenomen was, stroomde uit de krateropening een grote hoeveelheid lava. De lava stroomde in de richting van de kustplaats Garachico, acht kilometer verderop. Deze stad was Tenerifes belangste havenstad. De lava van Mnt. Negra maakte hier een einde aan. Een deel van de stad werd door de gloeiende lava verwoest. Een afsplitsing van een lavastroom stroomde richting haven en vulde deze voor een groot gedeelte op.

De uitbarsting van de Garachico-vulkaan (Volcan Arenas Negras) in 1706 is door de schilder Bordanova Ubaldo Morena in 1898 fraai in beeld gebracht. Opvallend is dat de lava in een aantal deelstromen van de steile helling naar het stadje Garachico stroomde en daar grote verwoestingen aanrichtte. Hierbij werd de bestaande zeehaven vrijwel volledig met lava opgevuld.

De vulkaan Arenas Negras bij Tanque

Van 5 tot 14 mei 1706 vond de grote eruptie van Volcán de Arenas Negras vanaf het plateau Dorsal Teno plaats. Deze vulkaan wordt ook wel Volcán Garachico of Montana Negras genoemd. De eruptie duurde negen dagen, waarbij uit de krater van de grote slakkenkegel een grote hoeveelheid basaltlava stroomde. Een deel van het oude havenstad Garachico werd er door bedolven.

Ruwe 'A'a-lava bedekt de omgeving van de vulkaan Arenas Negras met een dikke laag. Zelfs na een paar honderd jaar is het gebied nog grotendeels onbegroeid.

Op deze luchtfoto is met kleurlijnen aangegeven waar het eruptiecentrum lag en hoe de lava uit de vulkaan over de helling richting kust en Garachico stroomde.

Het stadje Garachico aan de noordkust van Tenerife is na de uitbarsting in 1706 opnieuw opgebouwd op de uitgevloeide lava van de vulkaan Arenas Negras, die aan de kust in zee een soort delta heeft gevormd.

De lava die uitvloeide was niet zo vloeibaar dat deze als pahoehoe-lava stolde. Het ruwe onregelmatige karakter van de gestolde basaltlava kennen we als 'A'a-lava. Men heeft over de ruwe lava betonnen voetpaden aangelegd.

Tegenwoordig is nog goed te zien waar de gloeiend hete lava langs de steile helling naar beneden stroomde en haven en het stadje Garachico voor een deel verwoestte. De haven van Garachico was voor de uitbarsting de belangrijkste zeehaven van Tenerife. 

Vulkanisme op Tenerife

De grootte en hoogte van de Canarische eilanden is ouderdom gerelateerd. Fuerteventura en Lanzarote zijn door een miljoenen jaren lange periode van erosie sterk afgevlakt. Toch liggen beide eilanden nog steeds boven zeeniveau. Zouden het Hawaiiaanse eilanden zijn geweest, dan waren ze allang onder de zeespiegel verdwenen. Gran Canaria en La Gomera maken momenteel een lange periode door van erosie en afvlakking door. De meest westelijk gelegen eilanden, La Palma en El Hierro, zijn het jongst. Zij verkeren nog in volle ontwikkeling. Tenerife daarentegen lijkt met zijn 3718 meter hoge vulkaantop op het hoogtepunt van zijn vulkanologische ontwikkeling te zijn.

De eigenaardige driehoekige vorm van Tenerife wordt veroorzaakt door een drietal breukzones. Deze verlopen min of meer vanuit het centrum van het eiland in noordwestelijke, noordoostelijke en zuidelijke richting. Langs deze breukzones hebben niet alleen in het verleden talrijke vulkanische uitbarstingen plaats gevonden, ook de meer recente, historische erupties zijn aan deze riftzones gebonden. 

Vereenvoudigde geologie van Tenerife 

De witte lijnen geven de locatie aan van de drie riftzones, zoals voorgesteld door Carracedo (1994). Aangenomen wordt dat het drie-armige breuksysteem het gevolg is van het koepelvormig omhoog komen van de vulkaan, door opwelling van de mantel. Niet duidelijk is of de riftzones door het koepelvormig opwellen van de mantel tijdens de hele ontwikkelingsgeschiedenis van Tenerife aanwezig waren.  Gewijzigd naar Pina-Varas et al, 2014 

Vulkanisme in verleden en heden op Tenerife

Recente vulkanische activiteiten zijn grotendeels op drie locaties op het eiland geconcentreerd: 1)Teide en Pico Viejo in de Caldera Las Canadas, 2) langs de noordoostelijke en zuidwestelijke flanken van de Cordillera Dorsal en 3) langs een spleetstelsel in het noordwesten van het eiland. De valleien van Orotava, Guimar en Icod vormden zich doordat grote stukken van het eiland door aardverschuivingen in zee verdwenen. Deze aardverschuivingen zijn veroorzaakt door zwaartekrachtinstabiliteit. Gewijzigd naar Pete Rowley, 2018

De huidige onderzoeksresultaten over de ontwikkeling van Tenerife en andere Canarische Eilanden zijn voor een belangrijk deel verkregen uit waarnemingen in de bijna 3.000 km aan watertunnels (=galerías), die op de westelijke Canarische Eilanden in de flanken van de vulkaaneilanden zijn geboord. Studies tonen aan dat breukzones bij de vorming van de eilanden een zeer belangrijke rol gespeeld hebben, mogelijk zelfs al vanaf het begin van hun ontstaan op de oceaanbodem. Bovenstaande afbeelding geeft in fasen weer hoe men zich deze ontwikkeling voorstelt.

Afgezien van de overal zichtbare vulkaankegel van de Teide, wordt het aanzien van Tenerife mede bepaald door een drietal sterk geërodeerde, diep ingesneden berglandschappen. In het noordwesten ligt het indrukwekkend ruige Teno-gebergte. Een autorit via Masca naar Buenavista del Norte aan de kust en vandaar langs de kustweg naar Punta de Teno, is een ware belevenis. In het oosten, voorbij de "hals' van Tenerife ligt het schiereiland met het Anaga-gebergte. Hier is net als bij het Teno-gebergte sprake van zeer intensieve verwering. In het zuiden van het eiland, tenslotte, ligt het veel kleinere, ruim 1000 meter hoge, sterk geërodeerde Roque del Conde. Deze oude berggebieden vormen de resten van een drietal Miocene en Vroeg-Pliocene schildvulkanen. De basaltgesteenten van Roque del Conde bij Adeje zijn het oudst (Mioceen), die van Anaga het jongst (Plioceen).

Door het ruige Teno-gebergte loopt een goed berijdbare weg van Santiago del Teide naar het voormalige piratendorp Masca. De ontoegankelijkheid van de Barranco de Masca maakte dat men zich hier in het verleden goed kon verbergen. Tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw kon men alleen met een terreinwagen over de smalle, hobbelige steenslagweg naar Masca rijden.

Het Anaga-gebergte toont zich op sommige plaatsen als een ontoegankelijk berglandschap met hoge steile pieken. Het laat zien wat verwering doet met gesteenten van een paar miljoen jaar oude vulkaan. De gesteenten van Anaga zijn deels van Vroeg-Pliocene ouderdom.

Vanaf de ferry, die Tenerife met Gomera verbindt, zijn de sterk ingesneden vulkanische gesteenten van Roque del Conde bij Adeje zichtbaar. In dit grillige  bergmassief komen de oudste gesteenten van Tenerife voor. Roque del Conde is een erosierestant van de grote centrale schildvulkaan waaruit Tenerife is ontstaan. 

Het midden van het eiland biedt de landschappelijk en vooral geologisch geïnteresseerde bezoeker het meest. De meer dan twintig kilometer brede, in tweeën gedeelde, caldera Las Canadas is sinds een aantal jaren gepromoveerd tot nationaal park. Het ligt op een hoogte van ruim 2000 meter. Op de bodem van de caldera is in ruim 200.000 jaar tijds een nieuwe grote vulkaan ontstaan: de 1500 meter hoge Teide, met op zijn flank de parasitaire vulkaan Pico Viejo. 

De Caldera Las Canadas gezien vanaf de Pico Viejo

De top van het eiland Tenerife wordt ingenomen door een grote caldera met een doorsnede van zo'n 16 kilometer, met daarin de 1500 meter hoge stratovulkaan El Teide en een reeks andere vulkanen. Op de plaats van de caldera bevond zich een kleine 200.000 jaar geleden de Canadas-vulkaan. Evenals de huidige Teide was deze voorganger ook een stratovulkaan. Explosieve uitbarstingen van de Canadas-vulkaan zijn verantwoordelijk voor omvangrijke afzettingen van puimsteentuf, vulkanisch as en ignimbrieten op de zuidkant van Tenerife (Bandas del Sur). 

Pico Viejo (3000 m) op de flank van de Teide

Las Narices del Teide ofwel de 'Neusgaten van de Teide. Zo noemt men deze op rij liggende krateropeningen van Pico Viejo, waar in 1798 naast pyroclastica, een grote hoeveelheid basaltlava vrij kwam. Pyroclastica en zwarte lava liggen als een duidelijk herkenbare zwarte deken over een deel van het landschap.

Pico de Teide met bovenaan de top van El Piton.

Het donkerder deel linksboven op de vulkaanhelling zijn stromen en velden van bloklava van de Teide met een fonolietische  samenstelling. Op de voorgrond tuf- en trachietrotsen van Roques de Garcia. Bij een explosieve uitbarsting van de Canadas-vulkaan en de vorming van een caldera, zijn deze rotsen blijven staan. Ze vormen de scheiding tussen de twee caldera's van Las Canadas.

Terzijde

Hoewel de Canarische Eilanden ontstaan zijn uit afzonderlijke onderzeese vulkanen, waarvan de fundamenten op de bodem van de Atlantische oceaan gevormd zijn, vormen sommige eilanden overlappingen met elkaar. Dit laatste is het geval tussen Tenerife en La Gomera. De betrekkelijk geringe afstand tussen beide eilanden heeft op de oceaanbodem geleid tot het aaneengroeien van de basis van deze eilanden. De zee tussen beide eilanden is slechts 1300 meter diep. Ter vergelijking, de zeediepte tussen Tenerife en La Palma bedraagt meer dan 3000 meter. Verder naar het oosten is de overlap nog sterker. Bij Fuerteventura, Lanzarote en een aantal kleinere eilanden en seamounts ten noordoosten daarvan, is sprake van een vulkanisch complex, dat onder de zeespiegel het karakter heeft van een bergrug. Bij Fuerteventura en Lanzarote is de oceaanbodem tussen de eilanden en het Afrikaanse continent zo'n 1000 meter diep. De zeestraat die Lanzarote van Fuerteventura scheidt, is maar 42 meter diep. In feite hebben we hier te maken met een ondergelopen landverbinding. Tijdens het grootste deel van het Pleistoceen en een deel van het Holoceen was van een scheiding van de eilanden door zeewater geen sprake. Beide vormden één geheel. 

Het zeegedeelte tussen la Gomera en Tenerife is duidelijk veel ondieper dan de oceaanbodem eromheen. Door lava-uitvloeiingen en afgezet gesteentepuin, afkomstig van enorme aardverschuivingen, is de zee tussen beide eilanden ongeveer 1000 meter diep. 

Ontstaan en ontwikkeling van Tenerife

Tenerife is een vulkanisch eiland van ruwweg 50 bij 100 kilometer. Het eiland is onderdeel van een keten van andere vulkaaneilanden. Zijn naaste buren zijn Gran Canaria in het oosten en La Gomera in het westen. Het ontstaan van Tenerife en de andere Canarische Eilanden wordt veroorzaakt door hotspot vulkanisme. Als gevolg van plaattektonische processen beweegt de Afrikaanse oceaanbodemplaat met 2,7 cm per jaar oostwaarts, over de hotspot heen. Het gevolg is dat zich in de loop van de tijd een keten van vulkaaneilanden heeft gevormd. De oostelijke eilanden Fuerteventura en Lanzarote zijn het oudst, La Palma en El Hierro in het westen vormen de jongste eilanden.

Tenerife is qua opppervlakte het grootste eiland van de Canarische archipel. Het beeld van het eiland wordt bepaald door geleidelijk oplopende vulkaanhellingen met aan de top de imposante Teide-vulkaan. De lichte gedeelten op de satellietfoto zijn droge halfwoestijnlandschappen. Deze gortdroge gebieden liggen in de regenschaduw van het eiland. De noord en noordwestkant van Tenerife zijn veel vochtiger, door vochtbrengende passaatwinden. De donkergroene delen op de noordzijde van het eiland zijn bossen van de Canarische pijnboom. Met hun lange naalden vegen deze bomen veel vocht uit de wolken. De bossen zijn van levensbelang voor het eiland en zijn bewoners.

Het kletsnatte Esperanza-bos in de 'hals van Tenerife' vervuld een zeer belangrijke functie in de watervoorziening van het eiland. Door de vochtbrengende wolken regent het er vaker dan op de zuidhellingen van Tenerife. Bij Aguamansa, halverwege op de helling van de Orotava-vallei naar Las Canadas, valt jaarlijks tegen de 900 mm regen. Vaker nog zijn de hoger op de hellingen gelegen bossen in een natte mist gehuld. De lange naalden van de Canarische den vangen uit de wolken heel veel water op, dat vervolgens op de bodem valt. De dennen hangen vol grijsgroene baardmossen, die de bossen bij somber mistig weer een mysterieus karakter verlenen. 

Satellietopname van de Canarische eiland-archipel

Op deze opname zijn de grootteverschillen van de eilanden goed zichtbaar. Fuerteventura is weliswaar het langste eiland, maar Tenerife is qua oppervlakte het grootst. Ook valt op dat Lanzarote en Fuerteventura dicht bij elkaar en in elkaars verlengde liggen. De zeestraat tussen beide eilanden is slechts 43 meter diep, in tegenstelling tot de overige eilanden, waar zeediepten oplopen tot bijna 4000 meter. 

Terzijde

Hotspots zijn min of meer vastliggende plekken in de aardkorst. Ze liggen boven een hoge warmtestroom in de onderliggende mantel. Gloeiend heet mantelmateriaal wordt in hotspots riching aardoppervlak getransporteerd. Het vaste gesteente (=peridotiet) in de bovenste mantel smelt door de verhoogde temperatuur deels op. Hierbij ontstaat basaltisch magma.

Op gezette tijden breekt dit magma, met een temperatuur van 1100-1300 graden, door de bovenliggende oceaankorst heen. In oceanische milieus ontstaat hierdoor op de zeebodem een onderzeese vulkaan. Zolang onderwatervulkanen onder de zeespiegel liggen en een  hoogte bereikt hebben van 1000 meter of meer, spreekt men van seamounts. Komt de top van een seamount door aanhoudend vulkanisme tenslotte boven de zeespiegel te liggen, dan is een vulkanisch eiland ontstaan. 

Blokdiagram waarop inzichtelijk is hoe ketens van oceanische eilanden, zoals de Canarische Eilanden, door mantelmagmatisme boven een stationaire hotspot ontstaan. (Gewijzigd naar Bevis 2013)

Het ontstaan van het huidige Tenerife is net als die van de overige eilanden in fasen verlopen. Perioden met aanhoudende en soms zeer explosieve vulkanische erupties wisselden af met langdurige perioden van inactiviteit, waarin voornamelijk erosie plaats vond. De ontwikkeling van Tenerife startte met het uitvloeien van grote hoeveelheden basaltische lava over de oceaanbodem. In contact met zeewater stolde de lava als kussenbasalt. Laag na laag stapelden zich afzettingen van kussenbasalt op. Dit leidde tot de vorming van een grote onderzeese schildvulkaan. Door aanhoudend onderwatervulkanisme groeide de vulkaan in de hoogte uit tot een seamount. In het Laat-Mioceen, zo'n 12 miljoen jaar geleden, doorbrak deze het zeeoppervlak. Hierdoor ontstond een vulkanische eiland, zeg maar de voorloper van het huidige Tenerife.  

Acantilado de Los Gigantes, gezien vanaf Punta de Teno

Tussen Punta de Teno en Los Gigantes strekt zich over vele kilometers lengte een aaneengesloten, bijna loodrecht uit zee oprijzende klifkust uit. Kliffen en achterliggend bergland vormen erosieresten van de oude Miocene Teno-vulkaan, die op de flank lag van de nog oudere centrale schildvulkaan, waaruit Tenerife is ontstaan.

Acantilado de Los Gigantes

De tot 800 meter hoge rotsformaties zijn opgebouwd uit vele honderden, vrijwel horizontaal boven elkaar gelegen afzettingen van plateaubasalt. De meeste basaltlagen zijn ongeveer een meter dik. Dwars door de basaltafzettingen heen lopen talloze gangen, waarlangs basaltisch magma richting krateropening werd getransporteerd.

Oude vulkaanlandschappen op Tenerife

De oude, sterk verweerde berglandschappen van Teno, Anaga en Adeje op Tenerife, wijzen op een lange geologische ontwikkeling. In het landschap zijn deze oudste eilandgedeelten gemakkelijk te herkennen aan hun opvallende, ruige topografie. De drie gebieden kenmerken zich door scherpe bergkammen, diepe ravijnen (barranco's) en steile, soms honderden meters hoge kliffen. Deze laatste zijn op indrukwekkende wijze te zien bij de plaats Los Gigantes, aan de westkust van Tenerife. De naam verwijst naar de 'reusachtige', steil uit zee oprijzende rotskliffen. De kliffen van Acantilado de Los Gigantes zijn opgebouwd uit vrijwel horizontaal liggende plateaubasalten van de oude Teno-vulkaan. Op enkele plaatsen rijzen de klifwanden tot meer dan 800 meter boven zeeniveau uit. 

De sterk ingesneden oude massieven van Teno, Anaga en Adeje werden door geologen lange tijd aangezien voor resten van een drietal schildvulkanen. Door het samengroeien ervan zou pas veel later Tenerife zijn ontstaan. Nieuwe onderzoekingen hebben aangetoond dat er in het Mioceen sprake moet zijn geweest van één grote, centraal gelegen schildvulkaan. Op de flanken ervan ontwikkelden zich tegen het einde van het Mioceen en in het Plioceen een tweetal nieuwe eruptiecentra, die van de Teno- en Anaga-vulkaan. De dikte van de vulkanieten, die door beide vulkanen op de flanken van de centrale vulkaan zijn afgezet, bedraagt op enkele plaatsen meer dan 1000m. De gesteenten bestaan vooral uit plateaubasalt, vergezeld door fonoliet, trachiet en pyroclastica. Deze zijn globaal tussen 8,5 en 3,5 miljoen jaar oud. De gesteenten van de Teno-vulkaan zijn ouder dan die van Anaga. Deze laatste dateren uit het Vroeg-Plioceen. De geschetste ontwikkeling, waarbij op de flanken van de hoofdvulkaan sprake is van grootschalige basaltuitvloeiingen, is te vergelijken met die van de Kilauea op de flank van de veel grotere Mauna Loa op Hawaii.

Het Parque Rural de Teno bevindt zich in het uiterste noordwesten van Tenerife. Het landschapspark is ruim 8000 hectare groot en is een van  de mooiste natuurgebieden op Tenerife. 

Een wandeling door het Teno natuurpark komt over als een  wandeling op een eiland in een eiland. Het Teno-gebergte, met een hoogte van meer dan 1.300 meter, bestrijkt de hele westelijke punt van het eiland Tenerife, en is bijna helemaal omringd door de zee. 

De noordkust van Anaga staat bloot aan de volle oceaandeining. De kust is sterk geleed met steile, soms honderden meters hoge basaltkliffen. In de klifwanden zijn talrijke opeenvolgende lagen basalt zichtbaar. 

Veel bergtoppen in Anaga bestaan uit erosiebestendige vulkanische gesteenten. Hoewel basalt veel voorkomt, zijn op Anaga ook een aantal koppen aanwezig die uit fonoliet bestaan. Dit gesteente is door magmadifferentiatie in magmakamers onder het vulkaanlichaam uit basaltmagma ontstaan.

Laurisilva-bos op Anaga

Het is haast niet meer voor te stellen, maar voordat de Spanjaarden de eilanden in bezit namen, moet de vegetatie op de Canarische Eilanden er totaal anders hebben uitgezien dan thans. Nu domineren uitgestrekte pijnboombossen vrijwel alle hellingen op de noordkant van het eiland. Oorspronkelijk waren grote delen van de Canarische Eilanden bedekt met een endemisch type laurierbos. Door de geringe afstand tot het Afrikaanse vasteland konden de planten, bomen en struiken de eilanden koloniseren. Deze oude flora, ook wel Tertiaire flora genoemd, is door de ijstijden in Europa verdwenen. Door verdroging van de Sahara in de laatste 20.000 jaar is deze Tertiaire flora ten slotte teruggedrongen tot de Madeira en Canarische archipel. Hier konden ze overleven als een relictflora, doordat het klimaat vrijwel constant bleef als gevolg van de lage breedtegraad, de neerslag van de passaatwinden en de matigende invloed van de oceanische ligging. De bossen worden gedomineerd door laurierbomen (Laurus azorica, Persea indica en Ocotea foetens) en een reeks andere altijdgroene bomen, waaronder een tweetal hulstsoorten (Ilex platyphylla en Ilex canariensis). Door ongebreidelde kap ten behoeve van de teelt van suikerriet zijn deze bossen op enkele restanten na verdwenen. We vinden dit bostype nog heel fraai op het schiereiland van Anaga en ook in het Teno-gebergte. 

In het zuiden van Tenerife, bij Adeje, vinden we het derde, sterk door erosie aangetast Adeje-massief. De meest opvallende totsformatie is die van Roque del Conde. Hier komen de oudste gesteenten voor van Tenerife. De basalten hier zijn ruim 11 miljoen jaar oud. Ze vormen restanten van de oorspronkelijke centrale vulkaan. 

Roque del Conde bij Adeje

Deze indrukwekkende rotspartij op de zuidflank van Tenerife is een vreemde eend in de bijt. Dit meer dan 1000 meter hoge bergmassief steekt sterk af tegen de vlakke omgeving met verspreid liggende bruine slakkenvulkanen. Het gebied is doortrokken van ravijnen begrensd door scherpe berggraten. Roque del Conde bij Adeje behoort tot het oudste deel van Tenerife. De rotsformaties vormen resten van de centrale schildvulkaan, die het fundament vormt van het huidige Tenerife. 

Barranco del Infierno bij Adeje

Een wandeling door deze grillige kloof is bijzonder populair bij toeristen. Je hoeft geen kilometers te wandelen om onder de indruk te raken van de steile rotspartijen, kleuren en vegetatie. De kloof ligt op een paar kilometer van de zeer drukke toeristenplaats Los Cristianos en het ernaast gelegen Playa de Las Americas.

De eerste fase van de ontwikkeling van Tenerife duurde van 12 tot 8 miljoen jaar geleden. Daarna volgde een langdurige periode van betrekkelijke rust, waarin het vulkanisme van beide flankvulkanen Teno en Anaga, in betekenis toenam. Na miljoenen jaren verwering moet het aanzien van de centrale vulkaan ingrijpend zijn veranderd. Wellicht is het vergelijkbaar met het huidige centrale berglandschap op Gran Canaria. Ongeveer 3,5 miljoen jaar geleden begon een nieuwe vulkanische fase in de evolutie van Tenerife, met de vorming van de Canadas-vulkaan.

De Canadas-vulkaan op Tenerife, voorloper van de Teide

De karakteristieke vorm van de Teide op Tenerife is niet toevallig. De vorm van vulkanen is afhankelijk van het soort vulkanisme. Na iedere uitbarsting wordt een vulkaan groter en bedekken nieuwe lavastromen oudere afzettingen. Bij stratovulkanen als de Teide ontstaat een typische kegelvorm met intern een gelaagde bouw. 

Schildvulkaan Skjaldbreidur op IJsland

Dit zijn vaak grote vulkanen met flauw oplopende hellingen. De hellingsgraad van de flanken is vaak niet meer dan enkele graden. Alleen in de buurt van de krater kan de helling zo'n 10 graden bedragen. Schildvulkanen ontstaan door basaltisch vulkanisme. Basaltlava is relatief arm aan silica en is veel minder visceus dan silicarijke lava. De allergrootste vulkaan op aarde is de schildvulkaan Mauna Loa op Hawaii.

Stratovulkaan El teide op Tenerife

Dit vulkaantype ontstaat door uitvloeiingen van silicarijkere lava, zoals andesiet, fonoliet, trachiet e.d. Lava en tufafzettingen vormen lagen over elkaar heen. Doordat de lava minder vloeibaar is vormen zich tamelijk steile, kegelvormige vulkaanlichamen. De Vesuvius en de Teide zijn hiervan fraaie voorbeelden.

Stratovulkanen beantwoorden het meest aan het beeld dat mensen van van vulkanen hebben. De steile symmetrische kegelvorm is ontstaan door talloze uitbarstingen waarvan de uitgestoten producten, lava en tefra, op de flanken van de vulkaan zijn terecht gekomen. As- tuf- en lava afzettingen maken dat stratovulkanen een gelaagde bouw bezitten. Uitbarstingen van stratovulkanen verlopen vaak explosief. Lava die uit de krater van een stratovulkaan vloeit, is vaak rijk aan SiO2 (kiezelzuur). Dit maakt deze stroperiger of zelfs taai, waardoor de lavaniet makkelijk vloeit. De Pico de Teide op Tenerife is een prachtig voorbeeld van een stratovulkaan. De lava uit deze vulkaan is fonolietisch van samenstelling. In andere stratovulkanen komen gesteenten voor als andesiet, daciet, trachiet en rhyoliet.

De Teide kent een voorganger, de Canadas-vulkaan. Deze stratovulkaan was minstens zo hoog als de huidige Teide, vermoedelijk zelfs hoger en groter. De Canadas-vulkaan ontstond aan het eind van het Plioceen op de top van de inmiddels sterk geërodeerde oude centrale schildvulkaan uit het Mioceen. Door een heel ander type vulkanisme groeide de Canadas-vulkaan uit tot een stratovulkaan. Vorm en grootte van deze vulkaan was vermoedelijk te vergelijken met die van de huidige Teide. De Canadas-vulkaan produceerde silica-rijkere lava, dat veel taaier is dan basaltische lava. In dergelijke vulkanen vormen gestolde lavaproducten vaak een solide prop, waaronder zich na verloop van tijd een enorme gasdruk kan opbouwen. Dit leidt regelmatig tot explosieve uitbarstingen. Hierbij worden enorme hoeveelheden vast kratergesteente versplinterd en naar buiten geworpen, samen met fijnverstoven magmadruppeltjes, vulkanisch as en heel veel gassen. Door het instorten van de eruptiekolom boven de vulkaan ontstaan pyroklastische stromen, die als gloeiend hete lawines de vulkaanhelling afrazen, alles op hun weg verwoestend. Op deze wijze heeft de Canadas-vulkaan talloze tuf- en ignimbrietafzettingen gevormd, die voornamelijk op de droge zuidkant van het eiland zijn afgezet.

Tenerife 4 miljoen jaar geleden met de Canadas-vulkaan in eruptie

De Canadas-vulkaan was de voorloper van de huidige Teide. Bij een laatste serie Pliniaanse erupties, een kleine 200.000 jaar geleden, is de vulkaantop ingestort, waarbij de grote Caldera Las Canadas ontstond. Op de voorgrond links het geërodeerde Teno-gebergte en rechts het Massief van Adeje.

De vulkaan op de foto hierboven is Mount Hood in de staat Oregon in de USA. Een vergelijkbaar massieve stratovulkaan vormde vroeger als de Canadas-vulkaan de top van het eiland Tenerife, voordat een serie heftige en explosieve uitbarstingen met  pyroklastische stromen deze vulkaan hebben doen verdwijnen. Er voor in de plaats kwam de Caldera Las Canadas. Latere erupties van de Teide en de Pico Viejo hebben de caldera weer opgevuld.

Een pyroclastische stroom tijdens de uitbarsting van Mount St. Helens op 18 mei 1980. Bij de eruptie van deze vulkaan ontstond niet alleen een ruim tien kilometer hoge aswolk, tot in wijde omtrek werden enorme vernielingen aangericht, waaronder miljoenen naaldbomen die door een allesverzengende drukgolf omver geblazen werden. De enorme hoeveelheid hout die na de uitbarsting 'geoogst' kon worden, veroorzaakte een crisis in de houthandel.

Het gebied tussen Los Cristianos en Poris de Abona in het zuiden van Tenerife, liggen opmerkelijk lichtkleurige puimsteentuffen en dito ignimbrieten aan het aardoppervlak. Dit gebied staat bekend als Bandas del Sur. Ignimbrieten en tufafzettingen zijn het gevolg van een reeks opeenvolgende, explosieve erupties van de grote Canadas-vulkaan. Deze Pliniaanse erupties gingen vergezeld van talrijke pyroclastische stromen.  

De enorme omtrek van de Canadas-caldera is op deze luchtfoto goed zichtbaar. Na het instorten van de Canadas-vulkaan ontwikkelde zich na verloop van tijd een nieuwe vulkaan, de huidige Teide.

Het vulkanisme van de Canadas-vulkaan is te danken aan magmadifferentiatie. Door de lange periode van rust vond in de magmakamers onder de vulkaan een scheiding plaats tussen lichtere (=silica-rijker = felsisch) en zwaardere (=ijzer- en magnesium-rijker = mafisch) bestanddelen. Het lichtere en gasrijke, felsische magma hoopte zich op in de bovenste delen van de magmakamers. Vervolgens werd vanuit de onderliggende mantel nieuw ijzer- en magnesiumrijk basaltisch magma geïnjecteerd. Als reactie hierop vond vermenging van magma in de magmakamer plaats. Dit gaf aanleiding tot explosieve Pliniaanse uitbarstingen. 

Basaltisch magma ontstaat door het gedeeltelijk smelten van gesteenten (peridotiet) van de bovenste mantel. Magma is minder dicht dan vast gesteente. Het zal door lithostatische druk, net als olie in water, in de aardkorst omhoog bewegen. Dit gaat vaak niet linea recta. Vaak zal magma zich in de aardkorst, bijvoorbeeld onder vulkanen, in magmakamers verzamelen.

In basaltisch magma bestaan gevormde kristallen meestal uit ijzer- en magnesiumrijke mineralen als olivijn, pyroxeen en amfibool. Door hun dichte structuur zullen deze kristallen naar de bodem van het magmareservoir zinken. Eerstelingen, die minder dicht zijn en rijker aan silica, zoals veldspaten en veldspaatvervangers (foïden), zullen zich in het magmareservoir juist naar boven bewegen. Ze komen boven drijven. In grote magmareservoirs die vrijwel geheel zijn gekristalliseerd zien we globaal een verdeling in gabbro, dioriet en syeniet, in alle mogelijke variaties en overgangen, vaak in combinatie met gesteenten die uit basisch magma zijn gekristalliseerd.

Pliniaanse uitbarstingen op Tenerife. Het einde van de Canadas-vulkaan

Vanaf zo'n 2,1 miljoen jaar geleden begon een reeks fasen met zeer explosieve (=Pliniaanse) uitbarstingen, afgewisselend door perioden van betrekkelijke rust. In deze perioden kon de vegetatie zich weer herstellen en konden zich bodems ontwikkelen. De pyroclastische stromen teisterden vooral de zuidelijke hellingen van de Canadas-vulkaan. Ze lieten hier dikke afzettingen achter in een karaktertistieke volgorde van fonolietische puimsteentuf, lapilli, bloktuf en tenslotte ook ignimbriet. Boven op de ignimbrietafzetting volgt dan nog een wisselend dikke laag vulkanisch as.

De zuidflank van het vulkaaneiland Tenerife is tussen Los Cristianos en Poris de Abona bedekt met een reeks afzettingen van puimsteentuf, lapilli en verschillende ignimbrieten. Deze afzettingen zijn opmerkelijk licht van kleur. Het geërodeerde landschap met deze vulkanische tuffen en ignimbrieten is vanuit de auto op de Autopista del Sur zeer goed zichtbaar.

Terzijde

Wat is een Pliniaanse uitbarsting?

De naam is afkomstig van de Romeinse politicus en letterkundige Plinius de Jongere. Hij was in 79 n.Chr. in de buurt van de Vesuvius, toen deze met onvoorstelbaar geweld uitbarstte. In een tweetal brieven legde hij zijn waarnemingen vast. Bij de uitbarsting van de Vesuvius destijds zijn drie steden - Pompeï, Stabiae en Herculaneum - volkomen verwoest en bedekt door meters dikke afzettingen van puimsteentuf, lapilli, vulkanisch as en modder. 

Silicarijk magma bevat doorgaans een flink percentage opgeloste gassen. Als de vulkaankrater gevuld is met gestolde lava, vormt dit als het ware een stevig vastzittende kurk in een fles. Naar mate magma in de vulkaan omhoog stijgt, neemt de druk af. Het opgeloste gas scheidt zich af en vormt steeds meer en grotere gasbellen. De gasdruk neemt hierdoor gigantische vormen aan. Wordt de weerstand die de gestolde prop in de krater biedt, overschreden, dan wordt deze volkomen versplinterd en worden steenfragmenten, vulkanisch as, verstoven magmadruppeltjes en enorm veel gas explosief uit de krater gestoten. Met een snelheid van vele honderden meters per seconde kan de eruptiekolom boven de vulkaankrater binnen een paar minuten een hoogte van soms tientallen kilometers bereiken.

Hoewel de askolom een grotere dichtheid heeft dan de omringende lucht, stijgt deze met alle vaste bestanddelen er in door hitte en convectie omhoog. De stijging gaat door tot een evenwicht bereikt wordt met de omringende atmosfeer. De askolom spreidt zich vervolgens uit tot een enorme wolk, die door de heersende wind een bepaalde richting op gedreven wordt. As- en magmadeeltjes kunnen zo vele duizenden kilometers in de atmosfeer verspreid worden.

Uiteindelijk stort de askolom door zijn eigen gewicht aan gesteentefragmenten ineen. Het materiaal wordt niet langer ondersteund door convectiebewegingen van de lucht. Het nog gloeiend hete materiaal (>700 graden) valt terug op de vulkaanhellingen en vormt daar pyroklastische stromen oftewel gloedwolken. Deze mengsels van vulkanisch gas, atmosferische lucht, as- en stofdeeltjes plus kleine en grotere gesteentefragmenten bewegen zich met grote snelheid als lawines over de vulkaanhellingen naar beneden. Ze worden voorafgegaan door een gloeiend hete, allesverzengde supersonische wind. Pas na vele kilometers komen deze pyroklastische stromen in het voorland van de vulkaan tot stilstand, waarbij meegevoerd gesteentemateriaal afgezet wordt. Hieruit ontstaan vaak metersdikke afzettingen van ignimbriet. Afhankelijk van de temperatuur kan het materiaal van ignimbrieten meer of minder sterk met elkaar verkitten of versinteren. Een typische ignimbrietafzetting wordt aan de onderzijde doorgaans begrensd door een laag puimsteentuf, aan de bovenzijde  door een wisselend dikke laag fijn vulkanisch as.

Boven elkaar afgezette lagen van puimsteentuf bij Los Derriscaderos in de buurt van Granadilla de Abona 

De lichtkleurige bimsafzettingen zijn het resultaat van heftige, explosieve vulkaanerupties, waarbij pyroclastische stromen optraden. Puimsteen is niets anders dan opgeschuimd gesteenteglas, dat ontstond door snelle afkoeling van zeer stroperig gasrijk en silicarijk magma. Veel puimsteenafzettingen zijn trachietisch van samenstelling, maar de afzettingen van Bandas del Sur hebben een fonolietische samenstelling.

Ignimbriet-afzettingen bij Tajao, San Miguel

Langs een weginsnijding bij Tajao, in de buurt van San Miguel, in het zuiden van Tenerife, zijn een tweetal boven elkaar gelegen puimsteen-ignimbrieten aanwezig. Onderaan de homogene Poris-ignimbriet. Bovenaan, gescheiden door een grindrijke fluviatiele afzetting en een paleosol, die op zijn beurt overdekt is door onverkitte puimsteenlapilli, de iets donkerder gekleurde La Caleta-ignimbriet. Beide ignimbrieten zijn fonolietisch van samenstelling. 

Puimsteenrijke Granadilla-ignimbriet in de buurt van Los Blanquitos, Bandas del Sur

Onderaan zijn een aantal donkere gesteentefragmenten van basalt zichtbaar. Halverwege de afzetting komen in de ignimbriet opvallend veel grote brokken fonolietische puimsteen voor.

Verweerd oppervlak van La Caleta-ignimbriet met talrijke steenfragmenten bij Tajao, San Miguel

 De donkere fragmenten zijn van basaltische samenstelling.

In het zuiden van Tenerife (Bandas del Sur) zijn deze lichtkleurige pyroklastische afzettingen van de Canadas-vulkaan aan weerszijden van de Autopista del Sur tussen Playa de las Americas en Poris de Abona overal in het landschap zichtbaar. Door het geweld van de uitbarsting en het vele matariaal dat uit de krateropening naar buiten geblazen werd, werden de onderliggende magmakamers in de vulkaan leeggeblazen. Het gevolg was dat de vulkaantop, of wat er nog van over bleef, instortte. Hierdoor ontstond een caldera. Bij de Canadasvulkaan gebeurde dit zelfs meerdere keren. Na verloop van tijd ontstond in de caldera een nieuwe vulkaankegel, die aan het eind van een volgende vulkanische cyclus, ook weer op geweldadige wijze verwoest werd. Deze processen hebben zich in het Pleistoceen een aantal malen voorgedaan. De laatste geweldadige reeks uitbarstingen eindigde zo'n 200.000 jaar geleden met het totale ineen storten van de Canadas-vulkaan. op de plek van de vulkaan ontstond  een grote instortingskrater, een caldera, die op Tenerife in het natuurpark Las Canadas op indrukwekkende wijze te zien en te beleven is. 

Model van de Canadas-vulkaan tijdens een Pliniaanse uitbarsting, die gevolgd wordt door het instorten van de onderliggende magmakamer en de vorming van een caldera. Gewijzigd naar Stock et al. 2012

De caldera van de Canadas-vulkaan is naderhand grotendeels met vulkanische producten opgevuld. Als we vanuit het zuiden via de Boca de Tauche het natuurpark Las Canadas binnenrijden, dan ontvouwt zich de vlakke calderabodem van Ucanca. Vooral direct na het binnenkomen van de caldera strekken de vele honderden meters hoge, grillige rotswanden van de krater zich boogvormig uit naar de horizon, kilometers verderop. In de Canadas-caldera ontstond na verloop van tijd een nieuwe stratovulkaan, de huidige Teide met zijn nevenvulkaan Pico Viejo. De Teide rijst inmiddels zo'n 1500 meter uit boven de caldera-vlakte. 

Aardverschuivingen en bergstortingen op Tenerife

Oceanische vulkaaneilanden staan er om bekend dat ze vaak instabiel zijn. Een aantal jaren geleden waarschuwden verschillende onderzoekers dat het eiland La Palma bezig was in tweeën te scheuren. Hierbij liep de westelijke helft van het eiland groot gevaar om in zee af te glijden, met rampzalige tsunami's als gevolg. Gelukkig bleek uit nader onderzoek, dat de kans hierop verwaarloosbaar klein is. Toch zijn aardverschuivingen een reëel gevaar en komen ze regelmatig voor. 

Onlangs vond in Californië (USA), zo'n 70 mijl ten zuiden van Montery een grote aardverschuiving plaats. Deze bedolf Highway 1 onder een enorme massa aarde en stenen. Autoverkeer was lange tijd onmogelijk

Aardverschuivingen vinden overal ter wereld plaats, vooral in reliëfrijke gebieden. Na hevige regenval komen soms enorme massa's aarde op berghellingen in beweging, vaak met desastreuze gevolgen. Toch zijn deze gebeurtenissen niets vergeleken met het instorten en wegglijden van hele delen van eilanden. Op de Canarische Eilanden is dit in de loop van de tijd verschillende malen gebeurd. Instabiliteit door gesteentevervorming, aardbevingen en relatief steile, onderzeese vulkaanhellingen, veroorzaken soms enorme aardverschuivingen, waarbij vele honderden kubieke kilometers gesteente worden verplaatst. Het gesteentepuin spreidt zich rond de eilanden over vele tientallen kilometers uit over de bodem van de oceaan. Littekens van aardverschuivingen in het verleden zijn op allerlei plaatsen op de eilanden zichtbaar. 

Overzicht van afzettingen van aardverschuivingen op de oceaanbodem rond de westelijke Canarische Eilanden. Op La Gomera na, hebben alle eilanden hiermee te maken gehad. Tot voor kort dachten wetenschappers dat een groot deel van de westelijke helling van de Cumbre Vieja op La Palma op het punt stond in zee af te glijden. Zou dit gebeuren dan zijn de gevolgen enorm. Een enorme tsunami zou de Atlantische oceaan in luttele uren oversteken en delen van Amerika vol treffen. Hetzelfde zou het geval zijn met delen van West-Europa.

Onderstaand kaartje geeft hier een beeld van. 

Reconstructie van de tsunami, veroorzaakt door de gevreesde aardverschuiving, waarbij een deel van La Palma in zee zou verdwijnen. Onderzoekingen hebben aangetoond dat een dergelijke dramatische gebeurtenis op korte termijn niet is te verwachten.

Op de Canarische Eilanden zijn meer dan twintig aardverschuivingen en bergstortingen bekend, die de flanken van de eilanden danig hebben aangetast. Op Tenerife zijn met name de aardverschuivingen van Güímar en La Orotava uitzonderlijk, vanwege hun enorme proporties en de nog altijd in het landschap zichtbare, geomorfologische kenmerken. Volgen we de kustlijn, dan zien we ter hoogte van Guimar en Orotava dat de kust een hoefijzervormige inbochting vertoont. Deze kustbogen markeren een tweetal vele kilometers brede valleien op de hellingen van het eiland. Zowel de vallei Guimar in het zuiden, als die van Orotava aan de noordkant van het eiland, worden aan weerszijden begrensd door opmerkelijk steil oprijzende klifwanden. Beide valleien ontstonden, doordat een grote landmassa in zee is weggegleden. Onderzoekingen hebben aangetoond dat op de zeebodem voor de kust over grote afstanden puinmateriaal over de onderzeese flanken van het vulkaaneiland en de oceaanbodem zijn uitgestroomd. Deze catostrofale gebeurtenissen hebben vloedgolven veroorzaakt, waarvan de afzettingen op andere eilanden zijn teruggevonden.

Vallei van Orotava op de noordkant van Tenerife, gezien naar het westen

Tussen de rotsen op de voorgrond en de scherp afgetekende, steile helling op de achtergrond, ligt het groene vruchtbare gebied van Orotava. Het glooiende landschap is ontstaan door het wegglijden van een gigantische massa vulkanisch gesteente tussen 690.000 en 566.000 jaar geleden.

Vallei van Orotava, gezien naar het oosten

De vallei van Guimar, aan de zuidkust van Tenerife, is net als die van Orotava het gevolg van het instorten van een deel van het vulkanische eiland. De westelijke begrenzing van de aardverschuiving is aan de steile rotswand goed zichtbaar.

De aardverschuiving van Orotava vond plaats tussen 690.000 en 566.000 jaar geleden. Die van van Guimar ontstond eerder, zo'n 830.000 jaar geleden. Schattingen gaan uit dat in de Orotava Vallei meer dan 1000 kubieke kilometer gesteente in zee is verdwenen. Bij Guimar was een hoeveelheid van meer dan 100 kubieke kilometer gesteente betrokken. 

 

Nog meer aardverschuivingen op Tenerife

Van Tenerife nog meer enorme aardverschuivingen bekend. Eén ervan betreft een locatie, waar de gedachte aan zo'n catostofale gebeurtenis niet snel zou opkomen. Dit betreft de grote caldera Las Canadas op het midden van het eiland.

De Teide in de ochtendzon met naaldbossen op de Cordilera Dorsal en de geleidelijk aflopende helling van de Orotava-vallei.

De Canadas-caldera op Tenerife is één van 's werelds fraaiste voorbeelden van een instortingskrater. Toch is er iets bijzonders mee aan de hand. In tegenstelling tot de steile kraterrand aan de zuidkant van de caldera, ontbreekt die aan de noordzijde. Aan de 'achterkant', d.w.z. aan de noordzijde van de Teide gaat de vulkaanhelling geleidelijk over in de vallei van Icod. Inmiddels zijn er duidelijke aanwijzingen, dat het explosieve einde van de Canadas-vulkaan niet alleen een instortingkrater heeft achtergelaten. Voor de kust van Icod op Noord-Tenerife komen op de zeebodem afzettingen voor, die afkomstig zijn van een enorme aardverschuiving. Bij deze aardverschuiving lijkt ook een deel van de Canadas caldera betrokken te zijn geweest. Onderzoek heeft laten zien dat onder een deel van de Teide en op de helling van de Icod-vallei sedimenten voorkomen, die ontstaan zijn door een aardverschuiving. Deze gebeurtenis zou tussen 180.000 en 200.000 jaar geleden hebben plaatsgevonden.

Reliëfkaart van het noordwesten van Tenerife met de aardverschuiving van Icod 

Ongeveer 170.000 jaar geleden schoof, waar nu Icod de los Vinos ligt, een enorme hoeveelheid vulkanisch gesteente hellingafwaarts de oceaan in. Op deze dramatische gebeurtenis volgde een enorme tsunami, die op delen van Tenerife en andere eilanden grofklastische afzettingen achter liet. De zwarte blokjes en cirkels geven de plaatsen aan waar deze afzettingen op Isla Baja en Punto de Teno aangetroffen en bemonsterd zijn. De aanduiding 'm a.s.l.' betekent meters boven de zeespiegel.

Naderhand is de vallei van Icod voor het grootste deel weer opgevuld met vulkanische gesteenten van de Teide. Naar Paris et al, 2017

Op de 170.000 jaar geleden ontstane instortingshelling is de plaats Icod de los Vinos ontstaan. Door gunstige omstandigheden ligt deze plaats in een weelderig groene omgeving.

Drago millenario ofwel de drakenbloedboom van Icod

Dit is het oudste en grootste nog levende exemplaar van de drakenbloedboom (Dracaena draco) in het Parque del Drago in Icod de los Vinos. Het is ook visitekaartje van deze plaats. Deze merkwaardige sterk vertakte planten komen van nature op de Canarische Eilanden voor. In het wild zijn ze echter bijna uitgestorven. Hoewel oud, mag bij de Drago van Icod getwijfeld worden aan de genoemde leeftijd van 1000 jaar. 

Er is onderzoek gedaan naar de oorzaken van grote aardverschuivingen. Een van de belangrijkste oorzaken ligt opgesloten in de geomechanische eigenschappen van vulkanische gesteenten. Tenerife vormt in feite de top van een enorm vulkanisch complex dat op de oceaanbodem rust. Bij onderwater-erupties stolt basaltlava tot kussenlava. Bij het contact van lava met zeewater, stolt en versplintert het oppervlak van de lava onmiddellijk tot kleine scherpe glasdeeltjes. Dit noemt men hyaliet. Onder de dunne stollingshuid is de lava nog vloeibaar. Door druk van binnenuit barsten de gevormde basaltkussens telkens weer open, waarbij opnieuw veel hyoliet gevormd wordt.

Kussenbasalt langs de mid-oceanische rug in de Atlantische Oceaan

De karakteristieke, onregelmatig gevormde bolstructuren zijn het gevolg van snelle afkoeling door contact van lava met zeewater

Oude afzettingen van kussenbasalt langs het voetpad in de Barranco Las Angustias ('Kloof der Angsten') op La Palma

Deze licht oplopende kloof geeft toegang tot de indrukwekkende Caldera Taburiente op La Palma. De beek, die door de kloof regenwater afvoerde naar zee, staat een groot deel van het jaar droog als gevolg van wateronttrekking voor de teelt van bananen. 

Omgezette kussenbasalt - Barranco de Las Angustias, La Palma

Veel van de oude Pleistocene kussenbasalten in de kloof op La Palma zijn hydrothermaal omgezet. De mineralogische samenstelling van het basaltgesteente is hierdoor veranderd. Vandaar de groengrijze kleur. Het donkere materiaal tussen de worsten en bollen kussenbasalt is hyaliet. 

Het enorme pakket onderzees opeengestapelde afzettingen van kussenbasalt en hyaliet blijkt een fundamentele rol te spelen in de stabiliteit van de vulkaan. De lage sterkte en de vervormbaarheid van deze rotsen, in combinatie met de altijd aanwezige zwaartekracht, ondergraven de stevigheid en daarmee de stabiliteit van de flanken van de vulkaaneilanden. Explosieve erupties of series aardbevingen zullen ongetwijfeld ook veel invloed hebben gehad op het ontstaan van aardeverschuivingen. Deze laatste lijken een rol te hebben gespeeld bij het ontstaan van de Vallei van Icod. Hierwas ook een deel van de grote caldera Las Canadas bij betrokken. De ouderdom ervan komt overeen met het explosieve einde van de Canadasvulkaan, zo'n 200.000 jaar geleden. Bij de enorme aardverschuivingen van Guimar en La Orotava lijkt vooral zwaartekracht de drijvende kracht te zijn geweest.  

Op de eilanden Lanzarote, Gran Canaria en ook op Tenerife zelf zijn tsunami-afzettingen gevonden, die toegeschreven worden aan vloedgolven, die ontstonden toen enorme aardmassa's in zee weggleden.

Terzijde

Hoewel het vulkanisme op de Canarische eilanden voornamelijk basaltisch van aard is en de eilanden schildvulkanen op de oceaanbodem vormen, zijn de onderwaterhellingen van de eilanden, gemiddeld genomen, steiler dan bijvoorbeeld die op Hawaii. Bij deze laatste bedraagt de onderwaterhelling doorgaans minder dan 6%. De hellingen van de eilanden van de Canarische archipel zijn een stuk steiler, nl. 15-20%. Dit heeft te maken met de hogere viscositeit van de lava. Op de Canarische eilanden is de lava stroperiger. Dit is de belangrijkste oorzaak dat de vulkanen op deze eilanden, in tegenstelling tot die op Hawaii, minder vlak zijn en meer in de hoogte zijn uitgebouwd. De vrijwel permanente uitbarsting van de Kilauea op Hawaï produceert dun vloeibare Pahoehoe-lava, waardoor lavastromen lengtes kunnen bereiken van vele kilometers. Op de eilanden La Palma, Lanzarote en op Tenerife is aan lavauitvloeiingen makkelijk vast te stellen, dat deze niet alleen visceuzer is, ook produceren de magmareservoirs onder de vulkanen, in vergelijking met die op Hawaii, veel minder lava en dat ook nog gedurende kortere perioden. 

Een ultieme beleving op Tenerife

Vanuit het basisstation aan de voet van de Teide brengt de kabelbaan toeristen in een paar minuten naar 3600 meter hoogte. 

Zou u de Teide op Tenerife en zijn vulkanische verschijnselen op een indrukwekkende wijze willen ervaren, dan moet u de hoogte in. Op de helling van de vulkaan is een kabelbaan gebouwd. Bij mooi weer voert de gondel u in een aantal minuten naar een hoogte van zo'n 3600 meter. Als u de cabine bent uitgestapt, bevindt u zich zo'n 100 meter onder de vulkaantop. Vanaf het plateau is het uitzicht op de calderavlakte beneden en de steile kraterrand aan de rand ervan overweldigend. Een wandeling naar de top is niet langer toegestaan. Ademnood en toegenomen drukte op het smalle wandelpad werden te gevaarlij. Hier komt nog bij dat uit scheuren en spleten in het gesteente nog steeds giftige gassen en dampen ontsnappen. De aanwezigheid van zwavel is door de geur van rotte eieren onmiskenbaar. 

Uitzicht op de grote Caldera las Canadas