Lanzarote
Geologisch
Lanzarote is het meest oostelijke eiland van de Canarische archipel. Evenals Fuerteventura is het van vulkanische oorsprong. Toch is het eiland met zijn 845 vierkante kilometer een stuk kleiner. Het vulkanische karakter van Lanzarote is niet te missen. Uit de lucht vallen de talrijke vulkaankraters op, samen met de bijzondere kleuren van het landschap. Eenmaal op de grond merk je dat je in een droog, woestijnachtige landschap bent aanbeland, met donkere lavavelden, kraters en aan de kust prachtige stranden van wit en zwart zand.
Lanzarote is een met een lengte van 60 km een stuk kleiner dan Fuerteventura. Qua landschap ontlopen beide eilanden elkaar niet veel. De nabijheid van het Afrikaanse continent is oorzaak dat het klimaat op Lanzarote meestentijds zonnig en erg droog is. De droogte wordt vooral veroorzaakt omdat hoge bergruggen ontbreken. De noordoostpassaat trekt vrijwel ongehinderd over het eiland zonder dat deze stijgregens oplevert. De nabijheid van de Sahara in Afrika is oorzaak dat er sowieso weinig regen valt. Ontbreken dan ook nog hoge bergruggen, dan moet zoet water ergens anders vandaan komen. Op Lanzarote wordt zeewater ontzilt.
Lanzarote zoals de meeste bezoekers het eiland kennen
Witte huizen met appartementen, promenades met winkeltjes en strand. Vaak bestaan de stranden uit zwart basaltzand, maar geel strandzand komt ook voor. Anders dan aan onze Noordzeestranden is het kalkzand, afkomstig van kalkschaaltjes van foraminiferen, kalkalgen, koralen en schelpen. Deze zijn afkomstig uit kalkafzettingen voor de kust. Deze zijn van Miocene ouderdom, toen het klimaat op Lanzarote nog ronduit tropisch was, met een bijzonder uitbundige zeefauna in de ondiepe kustwateren. Deze equatoriaal tropische zeefauna stierf uit toen in Midden-Amerika de landengte van Panama ontstond. In het Plioceen raakten Noord- en Zuid-Amerika met elkaar verbonden. Het patroon van zeestromingen in de Atlantische veranderde hierdoor radicaal, met als gevolg een drastische temperatuurdaling. In plaats van warm water van zuidelijker breedte, omspoelde nu koud zeewater uit het noorden de Canarische Eilanden. Deze situatie is sindsdien niet veranderd.
Het landschap op Lanzarote
Door het droge klimaat is groen is een kleur, die je op Lanzarote weinig tegen komt. Grazige landschappen, groene valleien en bossen zul je op dit eiland tevergeefs zoeken. Op dit gebied hebben de overige, meer westelijk gelegen eilanden meer te bieden. Plantengroei is wel aanwezig, maar op Lanzarote bestaat dit vooral uit endemische succulenten (Euphorbia's), vijgcactussen en Canarische palmen. Voor liefhebbers van succulenten en cactussen is een bezoek aan de fraai aangelegde Jardin de Cactus bij Guatiza een must.
Sóo in het noorden van Lanzarote
Het gebied zuidelijk van deze plaats wordt El Sable genoemd. Dit betekent zand, omdat de bovenlaag voor een belangrijk deeel fijn kalkzand bestaat, vermengd met kwartsstof uit de Sahara. In het Plioceen zakte de zeespiegel mondiaal als gevolg van landijsgroei en gletsjeruitbreiding. De ijstijden kwamen er aan.
Onder water gelegen Miocene kalksteenlagen langs de kust, met veel schelpen, algen, koralen e.d. kwamen toen bloot te liggen. Deze werden door brandingsgolven geërodeerd. Kalkzand dat hierbij ontstond, is door de straffe noordoostpassaat over het eiland uitgewaaid. Op veel plaatsen op Lanzarote is uit het kalkzand een harde kalkkorst ontstaan (calcicrete), die bodem en rotsblokken bedekt.
Cactustuin bij Guatiza
Te midden van uitgestrekte cactusvelden ligt de Jardin de Cactus. Het is een creatie van César Manrique. Hij was een beeldhouwer, kunstschilder en architect. In een oude lapilligroeve bij Guatiza is door hem een fraaie tuin aangelegd, met ruim 1400 cactussen.
Manrique wist handig gebruik te maken van het landschap. De tuin ligt in een oude groeve, waar boeren uit de omgeving voorheen vulkanisch gruis (=lapilli) haalden om dit over hun akkers uit te strooien. Cactussen en succulenten komen behalve uit Zuid-Amerika en Madagaskar ook van de Canarische Eilanden.
Montana Blanca
Montana Blanca is met zijn hoogte van 595 meter een van de hoogste vulkanen op Lanzarote. Deze vulkaan ontstond samen met nog zo'n dertig andere scoriavulkanen langs een breukzone, die min of meer parallel loopt aan de zuidoostkust van het eiland. De naam Montana Blanca geeft aan dat de vulkaan door zijn lichtere kleur afwijkt van andere, veel donkerder vulkanen meer naar het zuidwesten. Montana Blanca ligt midden op het eiland, westelijk van de hoofdstad Arrecife.
Malpaïs de Montana Blanca
Lanzarote blinkt door zijn droge klimaat sowieso niet uit als een groen eiland, maar echt desolaat zijn de uitgestrekte donkere lavavlakten hier en daar op het eiland. Hoewel de erupties van Montana Blanca tussen 300 en 500 jaar geleden hebben plaatsgevonden, is op korstmossen na, van plantengroei weinig te bespeuren.
Het landschap bij Presa de Mala, in het noorden van Lanzarote
Het desolate landschap is zwak heuvelachtig, als gevolg van miljoenen jaren verwering. De verwering is oorzaak dat op Lanzarote uitgestrekte lavavlakten voorkomen. Uitstromende lava ontmoette weinig hindernissen en kon daardoor makkelijk over een breed front uitvloeien.
Als gevolg van miljoenen jaren verwering is Lanzarote net als Fuerteventura overwegend vlak tot zwakgolvend. Alleen in het noorden en zuiden domineren steile, sterk geërodeerde kliffen van Famara en het eveneens sterk geërodeerde vulkanische massief van Los Ajages. Daartussenin ligt het indrukwekkende, vulkanische gebied van Timanfaya. Dit gebied van vulkanen, scoriakegels en uitgestrekte lavavlakten gaat naar het oosten en noordoosten over in een oud, door erosie afgevlakt, min of meer halfwoestijnachtig vulkaanlandschap.
De huidige steile kliffen van Famara in het noorden van Lanzarote zijn het gevolg van erosie door de zee. De puinhellingen aan de voet van de kliffen gaan heel geleidelijk over in prachtige vlakke zandstranden. Het massief van Famara geeft slechts een povere indruk van de enorme basaltische schildvulkaan die hier in het Mioceen heeft gelegen. Famara en Los Ajaches in het zuiden vormden vroeger twee aparte eilanden, die door vulkanische uitbarstingen in een paar miljoen jaren tijds aaneengesmeed werden tot het huidige Lanzarote. Van de Famaravulkaan is bekend dat een heel groot deel van het oorspronkelijke vulkaanlichaam door instortingen in zee is weggegleden. Het hoogste punt op Famara en daarmee op Lanzarote is de 671 meter hoge Las Penas del Chache.
Los Ajaches in het zuiden van Lanzarote is iets meer dan 46 km2 groot. Het gebied vormt maar een klein deel van de basaltische schildvulkaan, die zo'n 15,6 miljoen jaar geleden, in het Mioceen, boven water uit rees. Ongeveer 5 miljoen jaar later ontstond de Famaravulkaan in het noorden van Lanzarote. Het oostelijke deel van Los Ajaches bezit veel relief en diepe ravijnen (barranco's) met steile hellingen. Dit gedeelte is voor bezoekers slecht ontsloten, wegen zijn er weinig. Het hoogste punt is Atalaya de Femes (607m). Opvallend is dat in de hellingen een groot aantal dicht opeen liggende basaltafzettingen te zien zijn. Ze hellen onder een geringe hoek. Deze plateaubasalten vloeiden door opeenvolgende erupties na elkaar uit.
Nationaal Park Timanfaya
De uitbarstingen, die op Lanzarote plaats vonden in de jaren tussen 1730 en 1736, hebben ongeveer een kwart van het eiland veranderd in een maanlandschap. Een elftal dorpen verdwenen van de aardbodem, doordat deze bedolven werden onder zo'n tien meter dikke laag lava en lavaproducten. Het vulkaan- en lavalandschap is uitgeroepen tot Nationaal Park Timanfaya.
Lavavlakte bij Geria
Basaltlava is, zoals hier bij Geria, over een vrij breed front uitgevloeid. Het lavaoppervlak stolde snel aan de atmosfeer, terwijl daaronder de roodgloeiende lava verder stroomde. Meermalen zijn op deze manier lavatunnels ontstaan, waarvan het dak als de tunnels leeggelopen waren, instortte. Bij de persoon op de foto is dit goed te zien. Een wandeling over deze lava is riskant. Het oppervlak bestaat uit basaltglas met messcherpe punten en randen. Schoenzolen zijn na een kwartier geruïneerd.
Landschap bij Presa de Mala in het noordoosten van Lanzarote.
Miljoenen jaren van verwering heeft dit deel van Lanzarote in een overwegend zwakgolvend en soms zelfs vlak landschap veranderd.
Alles op het eiland ademt vulkanisme. Aan de kust liggen talrijke zwarte, uit basaltzand bestaande stranden. Stranden van kwartszand zijn er niet. Het enige fijne kwartszand dat op lanzarote te vinden is, komt met zandstormen uit de Afrikaanse Sahara aanwaaien. Deze stofstormen kunnen de eilanden dagenlang in een vuile geelachtige mist hullen.
Langs de kust vinden we indrukwekkende, door oceaangolven aangetaste basaltkliffen, waar het zeewater diepe inhammen in heeft geërodeerd. Bij Los Hervideros aan de noordwestkust trekken muren van zeewater, die in de inhammen doodlopen, veel toeristen. De golven eindigen in fantastische waterfonteinen. Vooral bij veel wind is dit een adembenemend schouwspel. Het uitzicht op de aanstormende blauwgroene massa's water is fascinerend.
Los Hervideros - Lanzarote
Iets ten noorden van de badplaats Playa Blanca, aan de westkust van Lanzarote bevindt zich nog net binnen het nationaal park Timanfaya het bijzonder natuurfenomeen Los Hervideros. Langs de kust liggen grillige, massieve kliffen van basalt, waar de golven van de oceaandeinig met volle kracht tegen aan botsen.
De massieve basaltformaties ontstonden in de periode 1730-1736, toen een groot deel van Lanzarote door vulkanische uitbarstingen verwoest werd. Door vlakke landschap kon de lava makkelijk over vrij grote afstanden uitvloeien. Bij Hervederos bereikte de lava over een front van 20 km de zee.
De kliffen bestaan uit lavagesteente, waarin door golferosie grotten zijn ontstaan, die voor een deel onder water liggen. Wanneer de oceaandeinig in deze grotten en inhammen dood loopt, leidt dit tot een spectaculair gezicht. Over de basaltrotsen lopen vele paden. Op een aantal plaatsen heeft men uitkijkpunten gemaakt, zodat het watergeweld van dichtbij te zien is.
De nabijheid van Fuerteventura doet al vermoeden dat beide eilanden in feite één geheel vormen. De smalle zeestraat, La Bocaina, tussen de eilanden is smal en is slechts 42 meter diep. Tegenwoordig vormen Fuerteventura en Lanzarote twee aparte eilanden. In de laatste ijstijd en ook in de ijstijden daarvoor, vormden ze één geheel, samen met het kleine eiland La Graciosa. Dit kleine eiland ligt, gescheiden door een slechts twee kilometer brede zeestraat, ten noorden van Lanzarote. De zeespiegel stond in de ijstijden door het vele gletsjerijs ruim honderd meter lager dan thans.
Het vulkanisme op Lanzarote
In tegenstelling tot de meeste andere oceanische eilanden, is het vulkanisme op Lanzarote nog springlevend. Voor een geologisch oud eiland is dit bijzonder. De Canarische Eilanden zijn weliswaar door hotspotvulkanisme ontstaan, het recente vulkanisme bevestigt ook dat heet mantelmateriaal, dat uit de diepte van de aarde omhoog komt, zich in de Canarische archipel niet tot één bepaald punt beperkt. Vermoedelijk spreidt het mantelvulkanisme zich onder de oude oceaankorst over een groter gebied onder alle eilanden uit, waardoor gespreid in de tijd ook op de veel oudere eilanden nog sprake is van vulkanische erupties.
De enigszins schuin gerichte mantelpluim (hotspot) onder de Canarische Eilanden lijkt zich zijwaarts onder de oceaanbodemplaat in oostelijke richting uit te spreiden. Hierdoor kunnen van tijd tot tijd ook op de oudere eilanden vulkanische activiteiten voorkomen. De langdurige tussenpozen duiden er op dat het basaltmagma er lange tijd over doet om magmakamers onder de eilanden te vullen.
Het eerste vulkanisme op Lanzarote begon zo'n 15 miljoen jaar geleden. Dit was tijdens het Midden-Mioceen. Het vulkanisme beperkte zich aanvankelijk tot twee grote eruptiecentra. Na elkaar ontstonden twee enorme basaltische schildvulkanen met die van Ajages in het zuiden en Famara in het noorden. Miljoenen jaren lang produceerden deze vulkanen grote hoeveelheden basaltische lava. In de steile kustkliffen van Famara zijn tientallen boven elkaar gelegen afzettingen van plateaubasalt te zien. Iedere basaltlaag vertegenwoordigt een eruptie. De lagen plateaubasalt zijn van elkaar gescheiden door afzettingen van scoria. De grote lavaproductie leidde ertoe dat beide schildvulkanen, later in het Mioceen, aaneen groeiden, en zo één groot eiland vormden. De grotere en ook meer productieve Famaravulkaan omhulde met zijn lavastromen de zuidelijker gelegen Ajagesvulkaan voor een deel.
Klifrand van Famara in het noorden van Lanzarote
De steile kliffen reizen met hun voorliggende puinhellingen ruim 600 meter hoog op boven de zeespiegel. Kliffen en achterland vormen de resten van een grote Miocene schildvulkaan in het noorden van Lanzarote.
Famaraklif op Noord-Lanzarote
Het is tegenwoordig nauwelijks meer voor te stellen dat hier ooit een enorm grote vulkaan gelegen heeft, waarvan de lavastromen zelfs het midden en zuiden van Lanzarote bereikten. De lava omhulde op het eind van het Mioceen zelfs delen van de zuidelijke Ajaches-vulkaan.
Famaraklif bij La Caleta op Noord-Lanzarote
In een paar miljoen jaar tijd stapelden basaltuitvloeiingen zich laag na laag op. De afzonderlijke basaltlagen zijn door lagen scoria van elkaar gescheiden. Deze scoria-afzettingen zijn vaak door de hitte van de basaltlaag erboven oranje gekleurd. Hierdoor valt ook de horizontale gelaagdheid op. Deze vlakke basaltafzettingen noemt met plateaubasalten.
Mirador del Rio, aan de kust op Famara, noordelijk van Ye
Op ruim 600 meter hoogte heb je vanaf dit punt, bij helder weer, een prachtig uitzicht op de eilanden La Graciosa en het kleine onbewoonde Mnt. Clara daarachter. Het gortdroge Graciosa telt 700 inwoners. Ze worden van water voorzien vanuit Lanzarote. De smalle zeestraat tussen beide eilanden is slechts 2 km breed. La Graciosa wordt gedomineerd door twee slakkenvulkanen. De grootste, rechts, is Las Agujas. de kleinere vulkaan, links, met zijn duidelijke kratermond is de Mnt. Amarilla.
In het Plioceen zijn grote delen van het vulkanische gebied tussen beide vulkanen door erosie verdwenen. Een paar verspreid liggende heuvelreeksen midden op het eiland herinneren tegenwoordig aan een topografie, die vroeger totaal anders moet zijn geweest. Beide imponerende schildvulkanen zijn voor het grootste gedeelte verdwenen. De Famaravulkaan is deels door golferosie, maar voor het grootste deel door een aantal bergstortingen in zee verdwenen. De hoogste top op Famara ligt 670 meter boven de zeespiegel. Het zuidelijke vulkaanmassief van Los Ajages is slechts 560 meter hoog.
Het Ajages gebergte op Zuid-Lanzarote
Aan de gelaagdheid van de verweerde heuvels en de lichte helling ervan, is goed te zien dat de inmiddels sterk verweerde plateaubasalten boven elkaar op de licht hellende flanken van de vulkaan zijn afgezet. We kunnen ons geen voorstelling meer maken hoe deze schildvulkaan er in volle ontwikkeling heeft uitgezien.
De 'gelaagde' bergen van Ajages vormen de schamele restanten van een enorme vulkaan die op de oceaanbodem ontstaan was, die in het Mioceen boven zee uit rees.
De lagen in de bergwand zijn afzettingen van plateaubasalt. Deze zijn afgezet op de flauw hellende flanken van de schildvulkaan.
Verweerde basaltrotsen van de Ajages-vulkaan vormen korte, donkere kapen aan de zuidelijke Papagayo-kust op Lanzarote. Tussen de afzonderlijke basaltkapen liggen prachtige stranden.
De oudste gesteenten in het noordelijk gelegen Famaramassief, zijn plateaubasalten. Deze zijn zo'n 10,2 miljoen jaar geleden ontstaan. De Ajagesvulkaan in het zuiden bestond al een paar miljoen jaar eerder. De oudste vulkanieten in het zuiden van Lanzarote dateren van 14,5 tot 13,5 miljoen jaar geleden. Met lange, soms miljoenen jaren durende onderbrekingen vonden er telkens weer vulkanische uitbarstingen plaats. Op het Famara-massief gebeurde dit tussen 72.000 en 53.000 jaar geleden. De laatste vulkanische episode op het zuidelijk gelegen Ajages-massief vond plaats tussen 1,8 miljoen en 800.000 jaar geleden. Daarna werd het stil. Het vulkanisme leek voorgoed voorbij.
De rode punten geven de locaties aan waar ooit twee grote schildvulkanen op Lanzarote hebben gelegen.
Dat het vulkanisme verleden tijd is, is slechts schijn. Op de Canarische eilanden is het eerder regel dan uitzondering, dat lange perioden van vulkanische rust gevolgd worden door episodes met hernieuwd vulkanisme. In historische tijd heeft Lanzarote daar op indrukwekkende wijze blijk van gegeven. Sterker nog, het geologisch oude Lanzarote is in vulkanisch opzicht nog het meest actief binnen de Canarische archipel.
Op Lanzarote is het gebied van de 'Vuurbergen' (Montanas del Fuego) binnen het Nationaal Park Timanfaya door zijn fantastische kleuren, talloze vulkanen en lavavelden het meest in trek bij toeristen. Dit vulkaanlandschap ontstond een kleine 300 jaar geleden.
Hernieuwd vulkanisme
Lanzarote staat vooral bekend om zijn zwarte vulkaanlandschapen. Verspreid over het eiland komen talrijke scoriavulkanen voor, vaak vergezeld van zwarte lavavlakten en lapilli-afzettingen. Op enkele plaatsen worden deze uit los materiaal opgebouwde vulkanen afgegraven. Basaltische lapilli en vulkanische bommen worden gezeefd en gebroken voor allerlei doeleinden verhandeld. Dat op het eiland hierdoor landschappelijke en vulkanologisch markante plekken worden aangetast, is duidelijk. Bij Guatiza, in het noorden van Lanzarote is in de omgeving van de vulkaan Mnt. Guenia een groot gebied met zwarte lapilli afgegraven. Op talrijke plaatsen zijn grillig gevormde 'getuigebergen' van onbruikbare, verkitte lapilli-formaties blijven staan.
Monte Corona bij La Quemada de Orzola
Deze 609 meter hoge basaltvulkaan barstte in het Laat-Pleistoceen, tussen 21.000 en 18.000 jaar geleden uit. Uit de vulkaan stroomden enorme hoeveelheden lava, die een groot gebied in het uiterste noordwesten, tussen de plaatsen Arieta en Orzola onder een dikke laag ruwe bloklava bedekte.
Van alle meer recente vulkanen in het noorden van Lanzarote ontstond Montana Corona het eerst, gevolgd door een viertal andere scoriavulkanen: La Quemada de Maguez, Los Helechos, La Cerca en La Quemada de Orzola langs een zuidoost - noordwest verlopende breuk in de onderliggende aardkorst.
Malpaïs de Corona
Behalve lapilli en andere scoria vloeide een grote hoeveelheid lava uit de krater. Door het vlakke landschap kon dit over een groot oppervlak uitstromen. De Corona produceerde voornamelijk Aa-lava. Deze is zeer ruw en heeft plaatselijk het karakter van bloklava.
Hier en daar komen op de troosteloze lavavlakten enorme vulkanische bommen voor. Sommige zijn meer dan twee meter in doorsnee. Zij demonstreren de enorme gasdruk tijdens sommige erupties. Met groot gemak werden enorme stenen tientallen, zo niet honderden meters weggeslingerd.
Ingang van de Cueva de Los Verdes, noordelijk van Punta Mujeres
Hoewel de groene plant bij de ingang van de tunnel anders suggereert, heeft de naam van deze lavagrot niets met groene planten te maken. De naam van de grot refereert aan de vroegere eigenaar van het gebied eromheen.
Een wandeling in de tunnel is een ervaring op zich, als men zich realiseert dat hierdoor een enorme hoeveelheid gloeiend hete lava naar zee is gestroomd.
De lavatunnel van Monte Corona loopt over een afstand van 7,5 km naar zee bij Jameos del Agua. De tunnel heeft een maximale hoogte van 35 meter en is hiermee één van 's wereld langste en ook grootste lavatunnels. De verlichting is normaal licht, om zo de kleuren van de lava-afzettingen te laten zien.
Montana de Guenia bij Guatiza, zuidelijk van de plaats Mala in het noordoosten van Lanzarote
Deze holocene slakkenvulkaan vormt een kleine groep kraters. De vulkaankegels zijn voornamelijk opgebouwd uit los uitgeworpen materiaal. De wijde omgeving van de vulkanen werd bedekt door lagen zwarte lapilli.
Veel slakkenvulkanen in het midden en noorden van lanzarote produceerden vooral veel basaltische lapilli. Rond Mnt. Guenia zijn hiervan dikke pakketten afgezet. Jarenlang heeft men deze zwarte basaltische lapilli geëxploiteerd. In het groevelandschap zijn hier en daar merkwaardige sculpturen van lapilli blijven staan.
Mnt. Guenia produceerde door hoge gasdruk aanvankelijk veel los materiaal (lapilli), later gevolgd door lava. In het voormalige groeve-landschap zijn op verschillende plaatsen grillige 'getuigebergjes' blijven staan van verkitte lapilli. De witte uitslag op de zwarte lapilli is salpeter.
De basaltische lapilli vormt, afhankelijk van de mate van verkitting, fraaie abstracte sculpturen in het desolate groevelandschap. De gelaagheid van de lapilli is veroorzaakt door opeenvolgende erupties of variaties daarin.
Olivijnbom - Guatiza, Lanzarote
In de scoria-groeven bij Guatiza worden losse olivijnbommen gevonden. De groene knollen zijn fragmenten mantelgesteente (peridotiet), die tijdens de eruptie uit de bovenmantel zijn losgebroken en uit de vulkaankrater geworpen. De olivijnbommen zijn omgeven door een dunne, vaak ruwe korst van zwarte vesiculaire basalt.
Een nieuwe periode van vulkanische activiteit begon duizenden jaren geleden in de tweede helft van de Weichsel-ijstijd. Door vulkanische erupties ontstonden langs een noordoost-zuidwest verlopende breukzone verspreid over het eiland een reeks slakkenvulkanen, spatkegels, velden van zwarte basaltische bloklava en dito lapilli-afzettingen. De gevolgen zijn in het noorden van Lanzarote, zuidelijk van de plaats Ye, nog prachtig in het verlaten landschap zichtbaar. De markante donkere Mnt. Corona met zijn krater, is van verre zichtbaar. Het uitvloeien van grote hoeveelheden traagvloeiende basaltlava vormde rond de vulkaan uitgestrekte velden bloklava, die moeilijk begaanbaar zijn. Deze Malpaïs de Corona zijn begroeid met inheemse succulenten. Deze geven het lavalandschap in het groeiseizoen, afhankelijk van de neerslag, een groene aanblik.
Montana Corona tussen de plaatsen Ye en Guinate
De vulkaan met zijn vlakke top en brede kratermond is vanuit de richting van La Quemada prachtig te zien. De zwarte lavavelden die zich rondom de vulkaan uitspreiden, zijn door de bevolking niet te gebruiken en vaak ook vrijwel onbegaanbaar.
Op sommige plaatsen is de duizenden jaren oude, zwarte basalt rond de vulkaan bedekt met korstmossen. Verspreid tussen de lavablokken groeien inheemse, struikvormige succulenten.
Malpaïs de Corona
De uitgestrekte lavavlakten rond Montana Corona zijn, als de ondergrond voor plantengroei iets geschikter is, in het voorjaar prachtig frisgroen door de duizenden struikvormige succulenten. Euphorbia's vormen een belangrijk aandeel in de plantengroei.
Het Nationaal park Timanfaya
In het zuidwesten van Lanzarote ligt een gebied waar amper 200 jaar geleden een einde kwam aan een bijzonder heftige periode van vulkanisme. Vooral tussen 1730 en 1736 ontstond een indrukwekkende reeks vulkanische landschapsvormen. Deze vulkanische periode is een van de grootste die in historische tijd op aarde plaats heeft gevonden. Dit bijzondere gebied, vol vulkanen, spatkegels en lavavelden vormen tegenwoordig het Nationaal Park Timanfaya.
Grote delen van dit gebied hebben het uiterlijk van een maanlandschap, met talloze slakkenvulkanen, kraters en spatkegels in prachtige zwarte, rode en oranje met gele kleuren. Verder kom je overal grillige lavaformaties tegen, afgewisseld door onafzienbare zwarte vlakten met onbegaanbare bloklava. Een wandeling over een lavaveld heeft vaak meer weg van een klauterpartij. Binnen de kortste keren raken zelfs de stevigste bergschoenen geruïneerd. Vallen is geen optie, de kans op snijwonden door het messcherpe, glasachtige oppervlak van de lava, is heel groot.
Op het eiland Lanzarote is het gebied van de 'Vuurbergen' (Montanas del Fuego) binnen het vulkaanpark Timanfaya door zijn fantastische kleuren, talloze vulkanen en lavavelden het meest in trek bij toeristen.
Het vulkaan- en lavalandschap dat in de 18e eeuw is ontstaan, is uitgeroepen tot Nationaal Park Timanfaya. In dit gebied komen vele tientallen slakkenvulkanen voor, zoals goed te zien is op de foto. De prachtige, soms roestrode tinten maken dat dit gedeelte bekend staat als Montanas del Fuego. Vertaald betekent dit 'vuurbergen'. Voor toeristen, geologen en vulkanologen is dit een van de interessantste gebieden om te bezoeken.
De uitbarstingen die op Lanzarote plaats vonden in de jaren tussen 1730 en 1736 en later nog een keer in 1824, hebben ongeveer een kwart van het eiland veranderd in een maanlandschap. Een elftal dorpen verdwenen van de aardbodem doordat deze bedolven werden onder zo'n tien meter dikke laag lava en lavaproducten.
Basaltlava is, zoals hier bij Geria, over een vrij breed front uitgevloeid. De lava stolde snel aan de atmosfeer, terwijl daaronder de roodgloeiende lava verder stroomde. Meermalen zijn op deze manier lavatunnels ontstaan, waarvan het dak, als de tunnels leeggelopen waren, instortte. Bij de persoon op de foto is dit goed te zien.
De vulkaan Timanfaya in het gelijknamige vulkaanpark op Lanzarote
'Op 1 september 1730, tussen negen en tien uur' s nachts, opende het land zich in Timanfaya, twee mijlen van de plaats Yaiza, en een enorme berg rees op uit de boezem van de aarde ', volgens het getuigenis van pastoor Lorenzo Curbelo. De vulkaan is genoemd naar het gelijknamige, onder lava bedolven dorp.
Delen van het vulkaanpark Timanfaya zijn bedekt met losse vulkanische producten, zoals donkere lapilli. Het vulkanisme heeft destijds uitsluitend basaltisch materiaal opgeleverd. De poreuze, donkere lapilli laat door vochtopname van dauw enige plantengroei toe.
Het hier en daar surrealistische karakter van het vulkaanlandschap van Timanfaya beslaat ruim een vierde deel van het eiland. Het is in 1974 tot beschermd gebied verklaard. Alleen het bezoekerscentrum op Islote de Hilario is voor toeristen toegankelijk. De hitte van het magmatisme is bij dit punt, midden in het vulkaanpark, nog voelbaar aanwezig. Op 10 meter diepte bedraagt de temperatuur maar liefst 600 graden. De hitte zo kort onder het aardoppervlak wordt ten gerieve van de talloze toeristen geëxploiteerd middels een kunstmatige geiser, een overdimensionale barbecue en het spontaan in brand laten vliegen van droog struikgewas. Met een bus kan men vanuit het restaurant een half uur durende tocht langs highlights in het park maken.
Het vulkaan- en lavalandschap dat in de 18e eeuw is ontstaan, is uitgeroepen tot nationaal park: Vulkaanpark Timanfaya. In dit gebied komen tientallen slakkenvulkanen voor, zoals goed te zien is op de foto. De prachtige, soms roestrode tinten maken dat dit gedeelte bekend staat als Montanas del Fuego. Vertaald betekent dit 'vuurbergen'. Voor toeristen, geologen en vulkanologen is dit een van de interessantste gebieden om te bezoeken.
De imposante, kleurige kratermond van de slakkenvulkaan Islote de Hilario is door zijn roodachtige tint al van verre zichtbaar.
Islote de Hilario is een bijzonder atrractiepunt in het vulkaanpark Timanfaya. Het restaurant/bezoekerscentrum is aangelegd op de vulkaan. Op enige decimeters onder het oppervlak heerst een temperatuur van een paar honderd graden. Dit betekent dat vrij dicht onder het oppervlak afkoelend magma aanwezig moet zijn.
Naast het restaurant heeft men een metersdiep gat geboord en daar een stalen buis ingebracht. Voor toeristen wordt een emmer water in de buis gegoten, dat vervolgens na een paar seconden als een kunstmatige geiser naar buiten spuit. er weer uit komt.
Ten behoeve van de toeristen heeft men bij het gebouw boven een diep gat in de lavabodem een grote barbeque gebouwd met daarop een rooster. Hierop worden worsten, kippenbouten e.d. in korte tijd gereed gemaakt voor consumptie. Door de hand boven het rooster te houden merkt men heel snel dat het eronder erg heet moet zijn. In de diepte van de put is geen vloeibare lava te zien, alleen donker lavagesteente.
Het bizarre vulkaanlandschap van Timanfaya ontstond in de 18e en 19e eeuw als gevolg van lang aanhoudende vulkaanuitbarstingen. De erupties begonnen op 1 september 1730 en duurden met korte onderbrekingen voort tot 1736. In zes jaar tijd werd een kwart van het eiland onbewoonbaar. Een uitgestrekt vruchtbaar landbouwgebied, inclusief elf dorpen waaronder Timanfaya, Maretas en Sante Catalina, raakten bedolven onder meer dan tien meter dikke lagen zwarte lava. De uitgestroomde lava bereikte de westkust van Lanzarote over een breedte van meer dan twintig kilometer.
De hoogste vulkaan is de Timanfaya. Deze is genoemd naar het gelijknamige dorp dat bij de vulkaanuitbarstingen als eerste werd vernietigd. Het hart van het vulkaanpark Timanfaya is het met lava en vulkanen bedekte gebied van van Montanas del Fuego. Dit is Spaans voor´vuurbergen'. Vulkanen, lavavlakten en het met lava en zwarte lapilli bedekte landschap staan hoog op de bezoeklijst van geologen en vulkaanonderzoekers, dat overigens tot 1974 uitsluitend voor wetenschappelijk onderzoek toegankelijk was. Hoewel een gedeelte van het vulkaanpark voor het publiek ontsloten is, is meenemen of het doorslaan van brokken lava of het zoeken naar mineralen streng verboden.
Gestolde lavastroom van de laatste eruptie in 1736 in Timanfaya op Lanzarote
Naast pahoehoe-lava komt in het vulkaanpark Timanfaya ook ruwe Aa-lava voor met zijn nog ruwere variant, bloklava. Door de trage vloeibeweging van de lava, is het oppervlak gestold en door het voortkruipen tegelijk ook weer gebroken. Hierbij zijn onregelmatige, ruwe blokken basalt ontstaan.
Bij het langzame voortkruipen van de uitgevloeide lava is door stolling ruwe Aa-lava ontstaan, die dikwijls tot wallen is opgestuwd.
Hornito - Vulkaanpark Timanfaya
Een hornito is een soort schoorsteen van lava die enige meters boven een lavaveld uitsteekt. Hornito's ontstaan als lava door lavatunnels stroomt, waarbij de druk soms zo groot wordt dat deze op een zwakke plek door het gestolde dak breekt. Als de lava uitgevloeid en gestold is, blijft een holle kegel over met steile wanden. Hornitos kunnen hoogten bereiken tot zo'n twintig meter. De meeste hornito's storten in als de lavastroom is gestopt. Soms liggen ze met een aantal exemplaren achter elkaar.
Montana de Las Lapas - Timanfaya
Bij het neerkomen van de half gestolde lavaklodders op de kraterrand versinteren deze tot een semi-vast gesteente. Zo ontstaan zogenoemde spatkegels.
Opeengestapelde en versinterde lavaklodders op de kraterrand van een vulkaan in het vulkaangebied van Timanfaya.
Bij erupties worden gloeiende hete lavaklodders een eindweg de lucht in geslingerd. Ze komen gestold of halfvast in de omgeving van het eruptiepunt neer. Door hun reis door de lucht hebben ze vaak aerodynamische vormen aangenomen met vloeistrepen van gestolde lava aan de buitenkant.
Overzicht van vulkaanuitbarstingen op Lanzarote, gedurende het Holoceen. Wat opvalt is het in verhouding enorme gebied dat in de jaren 1730 tot 1736 door erupties is getroffen. Bijna een kwart van het eiland werd onder lava bedolven. Hierbij ging het belangrijkste landbouwgebied op het eiland verloren inclusief elf dorpen. Er brak hongersnood uit, reden dat een heel groot deel van de bevolking het eiland verliet. (Gewijzigd en vereenvoudigd naar Carracedo et all, 2016)
Geria is hét wijndorp op Lanzarote. Het ligt aan de rand van het vulkaanlandschap Timanfaya. Voorbij het dorp komen uitgestrekte lavavlakten voor die als malpaïs bekend staan. Door het ruwe karakter zijn de lavavelden vrijwel onbegaanbaar.
Met kunst en vernuft probeert de plaatselijke bevolking met behulp van dauwneerslag op de zwarte lapilli nog een bestaan op te bouwen als wijnbouwer.
In de zwarte lapilliafzetting bij Geria heeft men grote kuilen gegraven, met daar deels omheen een krans van lavablokken. Zo worden de wijnranken beschermd tegen de hete woestijnwind. De druivelaars halen voldoende vocht uit de poriën in de lapilli. Dit waarborgt een permanente afgifte van vocht, veel beter dan in de volle grond mogelijk is. Ook aardappels teelt men met succes op de zwarte lapilli.
Na de jarenlang durende erupties in de eeuw daarvoor, volgde in 1824 in de omgeving van de plaats Tiagua nog een aantal grote uitbarstingen. Dit gebeurde, nadat inwoners al in 1813 aardbevingen hadden gevoeld. De lava die hierbij te voorschijn kwam, stroomde over een lengte van ruim 5 kilometer naar de noordwestkust van het eiland. De eruptie van 1824 duurde zo'n twee maanden.
Bij de uitbarsting ontstonden langs een circa 14 kilometer lange scheur een drietal op rij liggende slakkenvulkanen: Volcán Nuevo del Fuego ('nieuwe vulkaan van vuur'), Volcán Tinguatón en Volcán de Tao. Sindsdien is het vulkanisme op Lanzarote slapend.
Volcán Nuevo del Fuego
Krater van Volcán de Tinguatón