Fuerteventura en Lanzarote
Overzicht
Fuerteventura en Lanzarote zijn de meest oostelijk gelegen eilanden van de Canarische archipel. Beide eilanden hebben - meer nog dan de andere - een Marokkaanse en Spaanse uitstraling. Door de eeuwen heen, hebben weer en wind de vulkanische heuvels op de eilanden in zachtere vormen veranderd.
Fuerteventura kent naast kilometers stille stranden ook een aantal bijzondere natuurparken. In het zuiden ligt het Parque National de Jándia, een prachtige omgeving voor rustzoekers en natuurliefhebbers. Het bestaat uit steile heuvels en kliffen, afgewisseld met een woestijnachtig duinlandschap. Voor liefhebbers van geologie is Betancuria een 'must'.
Lanzarote is net als Fuerteventura woestijnachtig kaal en gortdroog, maar vanuit het vliegtuig kleurt het landschap toch anders, meer donker en roestachtig oranje. Lanzarote is een eiland met meer dan 300 vulkanen, kleurige vuurbergen, uitgestrekte lavavelden en bijzonder vormgegeven wijnvelden midden in een zwart lavalandschap.
Fuerteventura, satellietopname
Fuerteventura is het grootste eiland van de Canarische archipel. Van noord naar zuid is het eiland ongeveer 100 km lang. Hoge bergen of indrukkende vulkanen kom je er niet tegen. Grote delen van het eiland zijn vrij laag en hebben een golvend karakter. In het westen ligt het natuurpark Betancuria met een prachtige, weliswaar gortdroge, natuur en mooie, kleurige vergezichten. In het zuiden op het schiereiland Jándia vinden we de hoogste toppen. Die van Pico de la Zarca is met 807 m het hoogst.
Lanzarote, satellietopname
Net als Fuerteventura is Lanzarote grotendeels dor en droog. Alleen in het noorden bij Famara komen groene valleien voor met Canarische palmen. 's Zomers is het op beide eilanden heet en droog, 's winters zijn de temperaturen een stuk aangenamer. De eilanden liggen relatief dicht bij het droge Afrikaanse vasteland. Regelmatig voeren winden vanaf Afrika enorme hoeveelheden woestijnstof mee in westelijke richting. De eilanden zijn daardoor soms een aantal dagen in een stoffige mist gehuld.
Beide eilanden liggen op korte afstand van elkaar. De zeestraat tussen hen in is slechts 42 meter diep. Heel wat anders dan de zeediepte tussen de andere Canarische eilanden. Die is vaak kilometers dieper. Hoewel Fuerteventura en Lanzarote een eenheid vormen, zijn ze verschillend van ouderdom. Fuerteventura ontstond zo'n 23 miljoen jaar geleden, Lanzarote 8 miljoen jaar later.
Van alle Canarische Eilanden is Lanzarote wereldwijd één van de bekendste vulkaaneilanden. Met name de erupties tussen 1730 en 1736 zijn reden waardoor het eiland als onderzoeksgebied voor geologen en vulkanologen - en zij niet alleen – bekend is geraakt. De vulkaangebieden 'La Caldera del Corazoncillo', 'Montaña Rajada' en vooral 'Montañas del Fuego' hebben een wereldwijde bekendheid gekregen. De uitbarstingen en de lavaproductie in de 18e eeuw waren voor menselijke begrippen ongekend hoog en hielden ook lange tijd aan.
Natuurpark Timanfaya op Lanzarote is een van de bekendste vulkaangebieden op aarde. In de jaren tussen 1730 en 1736 is een groot deel van het eiland door aanhoudende vulkanische erupties bedolven geraakt onder dikke lava-afzettingen. Landerijen, plantages en maar liefst elf dorpen verdwenen door het vulkanisme van de aardbodem.
De rode vulkaankegels van Montana Rajada op Lanzarote worden gevormd door de 373 meter hoge Montana Rajada zelf, met daarnaast de lagere, 176 meter hoge Caldera de Rajada. Zij liggen in het vulkaanpark Timanfaya.
Bij de uitbarstingen in de 18e eeuw is op Lanzarote bijzonder veel basaltische lava uitgevloeid. Berekeningen gaan uit van een hoeveelheid tussen 3 en 5 kubieke kilometer. Hierdoor werd 1/3 van het eiland onherkenbaar veranderd. Het uitvloeien van lava over zo'n groot oppervlak wijst er op dat het landschap voor de uitbarsting uitgesproken vlak moet zijn geweest.
Tijdens de eruptieve fase ontstonden door opspuitende lavafontijnen talrijke spatkegels, die opgebouwd zijn uit halfgestolde lavaklodders. Deze vervormden nog bij het neerkomen en bouwden zo een vulkaankegel op. De rode kleur komt door oxidatie van het nog hete basaltische materiaal.
Aan de zuidwestkust bij Los Hervideros beukt de volle oceaandeinig met veel geweld dagelijks op basaltrotsen, die tijdens de erupties in de jaren tussen 1730 en 1736 ontstonden. Hierbij stroomde de lava tot in zee. Sinds die tijd hebben oceaangolven indrukwekkende inhammen in de lava geërodeerd, waarin het zeewater met veel geweld opgestuwd wordt. Dit levert spectaculaire waterfonteinen op.
Hoewel Lanzarote geheel omgeven wordt door zeewater, is het geologisch gezien geen zelfstandig eiland. Lanzarote wordt door een smalle, slechts 42 meter diepe, zeestraat gescheiden van Fuerteventura. Beide eilanden vormen in feite één geheel. Ook in topografisch opzicht verschillen Lanzarote en Fuerteventura nogal sterk van de overige eilanden. Echt hoge vulkanen komen er niet voor, de hoogste toppen steken zo'n 800 meter boven zeeniveau uit. De overige delen van de eilanden zijn nog geen 200 meter hoog. Het huidige zachtgolvende heuvellandschap op beide eilanden is het resultaat van miljoenen jaren verwering.
De inham El Golfo op Lanzarote staat bekend om zijn kleurige en indrukwekkende rotspartijen. Op deze plaats is een vulkaanlichaam door de branding half weggeërodeerd, waardoor men inzage krijgt in de interne bouw ervan. Op het strand zijn in het zand en grind kleine geelgroene olivijnkristallen te vinden.
Het gortdroge klimaat op Lanzarote staat echte landbouw in de weg. Hoewel het nauwelijks regent, zorgt de nachtelijke afkoeling ervoor dat op de donkere basaltische lapilli veel vocht condenseert. Dit sijpelt naar onderen en stelt de wijndruiven in staat om toch te groeien en druiven voort te brengen. Om verdamping door de stevige wind zoveel mogelijk tegen te gaan bouwt men muurtjes van basaltstenen om de druivelaars heen. Op Lanzarote produceert men op deze wijze een heerlijke droge malvasiawijn.
Fuerteventura is net als Lanzarote in de zomer een heet en gortdroog eiland. Veel bergen bezit het eiland niet. De hoogste toppen vinden we in het zuiden op het schiereiland Jándia met de Pico de la Zarca (807m) als hoogste punt.
Corralejo, in het uiterste noorden van Fuerteventura, is door zijn fraaie stranden een aantrekkelijke vakantiebestemming. De witte huizen en appartementen worden gedomineerd door de indrukwekkende krater van een scoriavulkaan op de achtergrond. Deze vulkaan is in het Laat-Pleistoceen ontstaan.
Ten zuidoosten van de badplaats Corralejo vind je Parque Natural de Corralejo, een prachtig zandig woestijnlandschap dat gekenmerkt wordt door duinen, een lichte begroeiing en een unieke fauna en flora. Het gebied wordt vaak ook El Jable genoemd. Het is ruim 24 vierkante kilometer groot en grenst aan de zee.
Onderzoek heeft bevestigd dat de basis van beide eilanden gevormd wordt door vijf oude schildvulkanen. Twee van deze vulkanen, althans de resten ervan, komen voor op Lanzarote: Los Ajaches (560m) in het zuiden en Famara (670 m) in het noorden. De overige drie schildvulkanen vormen de basis van Fuerteventura. De restanten hiervan zijn te vinden op het schiereiland Jándia in het zuiden, langs de oostkust (Cuchillos de Vigan) en in het natuurgebied Parque Rural de Betancuria in het westen. De gebieden tussen deze oude vulkaanresten zijn vlak of heuvelachtig en zijn voor een groot gedeelte bedekt door jongere vulkaanafzettingen, waarvan die op Lanzarote voor het grootste deel ontstaan zijn in de periode tussen 1730 en 1736.
Op Lanzarote valt op veel plaatsen jong vulkanisme waar te nemen. Hier vonden in historische tijd erupties plaats. Daarnaast komen op het eiland ook gebieden voor uit de beginperiode van het eiland. In het noorden van Lanzarote is Famara met zijn indrukwekkend steile klifkusten bekend om zijn miljoenen jaren oude vulkanische gesteenten.
In het zuiden van Lanzarote, zuidelijk van de plaats Femés ligt het oud-vulkanische gebied van Los Ajaches. Het vulkanisme hier duurde globaal van 14,5 tot 13,5 miljoen jaar geleden. Het gebied van Los Ajaches vormde toen nog een apart eiland. Barranco de los Dises doorsnijdt oude, sterk geërodeerde vulkanische gesteenten. Begroeiing ontbreekt vrijwel geheel door de droge klimaatsomstandigheden.
Kunstmatige geiser bij Islote de Hilario, op Lanzarote. De hitte van het lavagesteente is na de uitbarstingen tussen 1730 - 1736 op sommige plaatsen nog honderden graden. Als toeristische attractie heeft men naast het restaurant in een bootgat een stalen buis aangebracht. Een emmer koud water er in gegoten levert binnen een paar seconden een spectaculaire kokend hete waterfontein op.
Prachtig roodbruin gekleurde afzettingen van basaltische lapilli in een groeve bij Maciot Femés aan de rand van het natuurpark Los Ajaches op Lanzarote. Vulkanen kunnen tijdens explosieve eruptiefasen enorme hoeveelheden losse producten uit de krater werpen. Deze grote en kleinere brokstukken noemt men tefra. Vulkanen die louter uit deze materialen bestaan heten tefravulkanen. Grote brokken noemt men vulkanische bommen, het kleinere materiaal van het formaat 2 - 64 mm is lapilli. Nog fijner noemt men het vulkanisch as.
Van dichtbij komt de prachtige gelaagdheid van het fijnkorrelige vulkanische gesteentegruis mooi tot uitdrukking. Heel dikwijls wisselen fijner en grover materiaal elkaar af. Dit veroorzaakt de vaak duidelijke gelaagdheid van vulkanische afzettingen.
De roestbruine kleur is veroorzaakt door oxidatie van het gloeiend hete basaltgruis, toen uit de krater geworpen werd.
In tegenstelling tot Fuerteventura zijn op Lanzarote geen oude kussenbasalten en dieptegesteenten aan het aardoppervlak ontsloten. Dit wijst erop dat Fuerteventura in de loop van de tijd een sterkere tektonische opheffing heeft ondergaan dan Lanzarote. Dit zou kunnen wijzen op de aanwezigheid van een breukzone tussen beide eilanden. De oudste gesteenten op Fuerteventura dateren uit het Vroeg-Jura. Het zijn oude oceaankorstbasalten, die ontstonden tijdens de opening van de Atlantische Oceaan, ca. 180 miljoen jaar geleden. Op deze oeroude oceanische korst werden tot in het Vroeg-Krijt zowel kalkige als klastische sedimenten afgezet. Het kwartszand, silt en klei van deze afzettingen vormen verweringsmateriaal, dat afkomstig is van het Afrikaanse vasteland. Uit de opeenvolging van de afzettingen is de conclusie getrokken, dat deze destijds door troebelingsstromen (= turbidieten) op de bodem van de zee zijn afgezet.
Bij Ajuy aan de westkust van Fuerteventura zijn de oudste gesteenten van het eiland, waaronder kussenbasalten, ontsloten. Deze gesteenten zijn ongeveer 20 miljoen jaar oud. Naast zeer oude basalten en gabbro's komen ook bodemsedimenten uit de Jura-periode voor. Deze sedimenten dateren van vóór het vulkanisme, waaruit Fuerteventura en Lanzarote zijn ontstaan.
Het prachtige natuurgebied van Betancuria, in het westen van Fuerteventura, zijn de resten van één van de drie oervulkanen ontsloten, die het eiland in de beginperiode samenstelden.
Bij Vega Rio de Palmas, aan de kust van Betancuria komen zelfs gesteenten als gabbro en syeniet aan het aardoppervlak voor. Het zijn dieptegesteenten, die uit magma kristalliseerden, dat zich miljoenen jaren geleden in magmakamers onder de vulkaan bevond. De gabbro op de foto wordt doorsneden door mafische (=ijzer- en magnesiumrijke) en felsische (= SiOs-rijkere) ganggesteenten.